Keukenhof 75 jaar


Keukenhof 75 jaar


DOOR ONNO JAGER, POSTNL MARKETING, 1 MAART 2024

UITGIFTE
Op 1 maart 2024, de dag dat de meteorologische lente begint, geeft PostNL het postzegelvel Keukenhof 75 jaar uit ter gelegenheid van het jubileum van het populaire bloembollenpark in Lisse. Het vel telt 6 postzegels in 3 verschillende ontwerpen, gemaakt door grafisch ontwerper Maud van Rossum uit Amsterdam. De hoofdrol op de postzegels is weggelegd voor de voorjaarsbloemen iris, narcis en tulp. Op de postzegels staat de waardeaanduiding internationaal 1 voor post tot en met 20 gram met een internationale bestemming. De prijs voor een vel met 6 postzegels is € 10,50.

ONDERWERP
De naam Keukenhof is afgeleid van Keukenduin, een duingebied dat hoorde bij Slot Teylingen in Zuid-Holland. Al in de 15e eeuw liet gravin Jacoba van Beieren (1401-1436) dit gebied gebruiken voor de bevoorrading van de keuken van het slot waar zij tot haar dood woonde. In 1641 werd kasteel Keukenhof gebouwd door Adriaen Maertensz. Block. Het landgoed Keukenhof wisselde regelmatig van eigenaar en groeide in de loop van de tijd uit tot ruim 200 hectare. In 1857 richtten de landschapsarchitecten Jan David Zocher (vader) en Louis Paul Zocher (zoon) de tuin rondom het kasteel opnieuw in. Dat park, in Engelse landschapsstijl, vormt nog altijd de basis van Keukenhof. In 1949 bedacht een groep bloembollenkwekers en -exporteurs het plan om op het landgoed een tentoonstelling van voorjaarsbloeiende bloembollen te maken. Het lentepark Keukenhof was direct een succes, met in het eerste jaar 236.000 bezoekers. In de afgelopen 75 jaar is Keukenhof uitgegroeid tot een wereldwijd icoon met eindeloze tulpenvelden en kleurrijke voorjaarsbloemen. Voor Keukenhof start het nieuwe seizoen wanneer in de periode eind september tot begin december circa 7 miljoen voorjaarsbollen van ruim 100 kwekers in de grond gaan. Jaarlijks ontvangt Keukenhof rond de 1 miljoen bezoekers, van wie 80 procent uit zo’n 100 verschillende landen. In 2024 zal Keukenhof geopend zijn van 21 maart tot en met 12 mei.

ONTWERP
Het postzegelvel Keukenhof 75 jaar heeft het standaardformaat van 108 x 150 mm met 6 postzegels in 3 verschillende ontwerpen. Elke postzegel kreeg dezelfde bijzondere vorm van een gestileerd bloemblaadje met een driehoekige basis onder een cirkelvorm met kartels. Op de postzegels zijn 3 verschillende bloemen zo groot mogelijk afgebeeld tegen een witte achtergrond: een narcis, een tulp en een iris. De rangschikking van de 6 postzegels op het postzegelvel verwijst naar de vorm van een bloem met 6 blaadjes. Op elke postzegel is het Priority-logo in het postzegelontwerp geïntegreerd, waarbij het steeltje van de bloem onder het logo doorloopt. Boven elke bloem staan op de postzegel in cirkelvorm de uitgiftetitel, de landaanduiding, de waardeaanduiding internationaal 1 en de openingstijden van Keukenhof in 2024. Rondom elke postzegel zijn de naam en de bloeiperiode van de afgebeelde bloem vermeld. Op de achtergrond van het postzegelvel staat een aflopend beeld van een bloeiend veld tulpen in overwegend rode tinten.

TYPOGRAFIE
Voor de typografie van de teksten is gebruikgemaakt van de Scala Sans Pro (1993) van de Nederlandse letterontwerper Martin Majoor. Voor de afgebeelde cijfers (waardeaanduiding 1 en de jubileumaanduiding 75 in de titel) is de Adobe Caslon Regular (1990) van de Amerikaanse letterontwerper Carol Twombly gebruikt.

ONTWERPER
Het ontwerp van het postzegelvel is van de hand van grafisch ontwerper Maud van Rossum uit Amsterdam. De combinatie bloemen en postzegels is Van Rossum niet vreemd, want zij ontwierp in 2022 de postzegels 200 jaar Mauritshuis op basis van schilderijen van beroemde bloemenstillevens. “Zelfde onderwerp, maar dan vanuit een heel ander perspectief”, zegt Van Rossum. “Het moest een kleurrijk, vrolijk en feestelijk ontwerp worden en dat is volgens mij wel gelukt.”

Glooiende perken, slingerende paden
Het eerste dat Van Rossum deed na het krijgen van de opdracht, was afreizen naar Keukenhof. “Net op tijd, want het was vlak voor de sluiting in mei. Ik had de slechtste voorjaarsdag ooit uitgekozen, want het regende onophoudelijk. Daardoor was het wel heerlijk rustig in het park. In mijn beleving dacht ik dat ik alleen tulpenvelden zou zien in strakke geometrische patronen. Maar Keukenhof is veel meer. Ik was aangenaam verrast door de speelse manier waarop de bloemen zijn geplant in glooiende perken. Er zijn veel meer bloemen die er bloeien dan alleen tulpen. Ook is er opvallend veel aandacht voor kunst.”

Vracht foto’s
Van Rossum kreeg van Keukenhof een vracht aan foto’s aangeleverd. “Vanaf het begin wilde ik dat de bloemen zelf de hoofdrol zouden spelen. Dus geen mensen erbij, geen molens of andere typisch Nederlandse toeristische beelden. Dat vonden ze prima. Ze zijn bij Keukenhof daar heel nuchter in. Zij beschouwen zichzelf als een park waar je prachtige bloeiende bloembollen kunt komen bekijken. Niets meer, niets minder. Alle foto’s die ik kreeg waren van velden met bloemen. Dus heb ik eerst alle beelden vrijstaand gemaakt. Ingrijpende bewerkingen waren verder niet nodig. Wel heeft lithograaf Marc Gijzen nog flink wat aan de kleuren oranje getrokken, want oranje is een moeilijke kleur voor drukwerk en verliest al snel zijn sprankeling. Maar nu niet.”

Glossy magazine
Op de postzegels liet Van Rossum het gevarieerde bloemenaanbod terugkeren door 3 verschillende bloemen af te beelden: een oranjerode tulp, een blauwpaarse iris en een gele narcis. “Elke bloem kreeg op zijn postzegel de hoofdrol. Ze zijn daarom zo groot mogelijk op de postzegel geplaatst, vrijstaand tegen een witte achtergrond. Bij de selectie van de beelden zocht ik naar de sfeer van fotografie in een glossy magazine, met de bloem als zelfverzekerd fotomodel. Vlammend, het moest van de postzegel afspatten.”

Afwijkende vorm
PostNL gaf Van Rossum de vrijheid om voor de postzegels af te wijken van het normale rechthoekige formaat. Van Rossum: “Het moest niet, maar het mocht wel. Vorig jaar bleek al met de uitgifte van de postzegels Reis naar de maan wat voor bijzonder resultaat dat kan opleveren. In het begin heb ik toch verschillende ontwerpconcepten ontwikkeld. Het ene met een traditionele postzegelvorm en het andere met een ronde vorm die aan bloemblaadjes doet denken. PostNL was direct enthousiast over dat alternatief, dus daar ben ik mee verdergegaan. De druppelvorm van bloemblaadjes was de achterliggende gedachte van de uiteindelijke vorm die de postzegels kregen. Ook de kartels duiden op bloemblaadjes, kijk maar naar de narcis op de postzegel. Tegelijkertijd is het een verwijzing naar de tanding van klassieke postzegels.”

Logo en typografie
Het Prioritylogo was medebepalend voor de uiteindelijke indeling van het vel en de postzegels. Van Rossum: “Dat logo is nu eenmaal noodzakelijk voor het sorteerproces van internationale post. Doorgaans staat het op tabs naast de postzegels. Maar deze afwijkende postzegelvorm bood de kans om het logo in het ontwerp zelf te integreren. De onderkant van elke postzegel kreeg een zodanige vorm dat het rechthoekige logo met de rechte rand meeloopt. Dat gaf voldoende ruimte om in de witte achtergrond de typografie te plaatsen. Per postzegelontwerp heb ik de vrijheid genomen om de informatie zo natuurlijk mogelijk neer te zetten, afhankelijk van de vorm van de bloem. Met de belangrijkste postale gegevens – de waardeaanduiding 1 en de sorteerhaak – vlakbij het Prioritylogo.”

Bloemblaadjes
De positie van de 6 postzegels op het vel is een verwijzing naar hoe bloemblaadjes in een cirkel zijn gegroepeerd. “Met enige creativiteit natuurlijk, het is geen natuurgetrouwe weergave”, zegt Van Rossum. “De postzegel heeft weliswaar een vrije vorm gekregen, maar ik wilde niet te zeer uit de band springen. Niet door bijvoorbeeld de bloemencontouren letterlijk te gaan volgen. Voor elke postzegel is dezelfde afwijkende vorm gebruikt. Ze moeten natuurlijk wel als postzegels herkenbaar blijven.”

Achtergrondbeeld
In de achtergrond van het postzegelvel staat een foto van een veld met tulpen, op kniehoogte gefotografeerd. Van Rossum: “Eerst had ik het idee om daar alsnog een klassiek beeld van bollenvelden op te zetten, een luchtfoto bijvoorbeeld. Maar dat leidde veel te veel van de postzegels af. Daarom heb ik een minder dominant beeld gekozen, een beeld dat ook mijn ervaring van mijn eerste bezoek aan Keukenhof weergeeft. Namelijk als je door je knieën gaat en je perspectief verlaagt zodat je niet op de bloemen neerkijkt, maar ertegenaan. Dan gaat een nieuwe wereld voor je open.”

Over de ontwerper
Studio Maud van Rossum is een studio voor grafische vormgeving, gevestigd in Amsterdam. De studio heeft een op de inhoud gerichte aanpak. Opdrachtgever en onderwerp staan centraal in het zoeken naar de ideale vorm voor een project. De vormgeving is ingetogen, secuur en dienstbaar waarbij typografie de leidende draad vormt. Creativiteit gaat hand in hand met een praktische inslag. Niet alleen vormgeving, maar ook tekstredactie, beeldredactie, materialisering, planning en productie worden met zorg aangepakt. Studio Maud van Rossum is gespecialiseerd in de vormgeving van boeken en werkt voor uitgeverijen als Architectura & Natura, Athenaeum Polak & Van Gennep, Boom, Lecturis, nai010, Plantage, Thoth en musea als Boijmans van Beuningen, het Bonnefanten, Van Bommel van Dam, het Cuypershuis en het Metropolitan Museum of Art in New York.

Voor PostNL ontwierp Van Rossum de postzegels Sail Den Helder (2023), 200 jaar Mauritshuis (2022), Koningin Máxima 50 jaar (2021) en De eerste atlassen (2020). Samen met Piet Gerards maakte zij eerder de postzegels Werelderfgoed Nederland (2014), Inhuldiging Willem-Alexander (2013) en Heemschut 100 jaar (2011).

Na haar studie aan het Sint Lucas in Boxtel (1992-1996) vervolgde Maud van Rossum (Venlo, 1974) haar opleiding grafisch ontwerpen aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem (1996-2000). Daar kreeg ze les van onder meer Gerard Schilder, Thomas Widdershoven en Pieter Hildering. In 2000 trad ze in dienst bij Piet Gerards Ontwerpers, waar ze talloze boeken heeft vormgegeven. Vanaf 1 juli 2018 heeft Maud van Rossum Piet Gerards Ontwerpers overgenomen en voortgezet onder haar eigen naam.

TECHNISCHE GEGEVENS
Postzegelformaat
3 verschillende postzegels van 37,7 x 37,7 mm (hxb)
Velformaat
108 x 150 mm (hxb)
Papier
Normaal met fosforopdruk
Gomming
Zelfklevend
Druktechniek
Offset
Drukkleuren
Cyaan, magenta, geel en zwart
Oplage
115.000 vellen
Verschijningsvorm
Vel van 6 postzegels in 3 verschillende ontwerpen
Ontwerp
Studio Maud van Rossum, Amsterdam
Fotografie
Keukenhof Lisse
Drukkerij
Koninklijke Joh. Enschedé B.V., Haarlem
Artikelnummer
440361
© 2024 Koninklijke PostNL BV
De postzegels zijn, zolang de voorraad strekt, verkrijgbaar bij het postkantoor in de Bruna-winkels en via www.postnl.nl/bijzondere-postzegels. De postzegels zijn ook telefonisch te bestellen bij de klantenservice van Collect Club op telefoonnummer 088 – 868 99 00. De geldigheidstermijn is onbepaald.


‘Geen vorstin in een glazen huisje’


‘Geen vorstin in een glazen huisje’


PostNL Collect nr. 107, zomer 2021
tekst: Overeijnder Van den Dool communicatie, Rotterdam

Koningin Máxima hebben we in Nederland leren kennen als een spontane zelfstandige vrouw die midden in het leven staat. En dat is ook precies het beeld dat ontwerper Maud van Rossum oproept met het postzegelvel Koningin Máxima 50 jaar. “Geen vorstin in een glazen huisje, maar een echt mens met beide voeten in de maatschappij.”

Totaal verschillend

Weet u nog? Nog maar een jaar geleden vertelde de Amsterdamse ontwerper (1974) in Collect over het hoe en waarom van het postzegelvel De eerste atlassen, dat ze even eerder had ontworpen. Slechts luttele maanden later kreeg Maud van Rossum opnieuw een verzoek van PostNL: of ze het postzegelvel ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de koningin in 2021 wilde ontwerpen.

Weer een postzegelvel dus. Maar daar hield de overeenkomst mee op. Niet alleen verliep het proces formeler, ook de resultaten zijn totaal verschillend. “De eerste atlassen was min of meer een vrije opdracht, die ik zelf kon invullen. Voor Koningin Máxima 50 jaar lag vooraf veel meer vast. Ik moest rekening houden met de wensen PostNL, maar ook met die van de Rijksvoorlichtingsdient en het Kabinet van de Koning.”

Waardig postzegelvel

Mauds eerste idee was om 5 postzegels te ontwerpen die elk 10 jaar van het leven van de koningin zouden belichten. “Daarmee zou ik dan haar hele leven te pakken hebben.” Maar die ingeving moest ze al snel laten varen. De voorkeur ging uit naar een waardig postzegelvel met beelden van koningin Máxima’s rol als koningin en de maatschappelijke functies die ze vervult. De ontwerper had wel de vrijheid om zelf de beelden te selecteren. De foto’s van fotojournalist Robin Utrecht spraken het meeste aan. “Hij maakt geen afstandelijke telelensfoto’s, maar levendige beelden die je echt in contact brengen met onze koningin.”

Spannend vel met veel dynamiek

Tegen haar gewoonte in dook Maud van Rossum niet eerst in het onderwerp, maar in de vormgeving. “Ik wilde namelijk per se buiten het stramien blijven van een paar brave rechthoeken met foto’s… en o ja, ook nog een plekje voor de gegevens. Ik zocht een spannend beeld met veel dynamiek.” Resultaat: een levendig vel verdeeld in drie kloeke banen in rood, wit en blauw. De driekleur keert ook subtiel terug in de schuine scheidingen tussen de beelden. “Deze doen denken aan wimpels. Maar ook aan pijlen. Ze scheiden de tekst van de foto’s en brengen dynamiek in het beeld.”

Unieke zwartwitfoto uit boekenkast

Heel trots is Maud op de grote zwartwit-foto links: een privéfoto de koningin. “Mijn oog viel er toevallig op tijdens de coronatoespraak van de koning vorig jaar. De foto stond heel vaag op de achtergrond in de boekenkast. Ik ben heel blij dat ik hem mocht gebruiken voor mijn postzegelvel. Het is een unieke foto die onze koningin toont in een heel intieme, informele sfeer.”

Frisse en levendig

Bij elkaar roepen de 5 foto’s op het vel een fris en levendig beeld op van de koningin in diverse gedaanten en stemmingen: als vorstin, als echtgenote en als sterke vrouw met een eigen carrière, die midden in de maatschappij staat. Vrolijk, stemmig, geïnteresseerd, ingetogen en uitbundig. “Ik wilde een compleet beeld neerzetten en dat is absoluut gelukt. En vooral die mooie privéfoto geeft nét dat extra laagje dat haar ook als persoon recht doet.

“Of ik de koningin beter heb leren kennen door deze opdracht? Nee, niet echt. Je leert iemand niet kennen door naar foto’s te kijken. Ook voorheen zag ik haar altijd als een frisse wind door het koningshuis. Een sterke vrouw met een actief eigen leven en een eigen mening.”


Venlose Maud van Rossum ‘verzegelt’ koningin Máxima


Venlose Maud van Rossum ‘verzegelt’ koningin Máxima


DOOR KIM NOACH, DAGBLAD DE LIMBURGER 14 MEI 2021

Opnieuw scoort Maud van Rossum (Venlo, 1974) een touchdown met door haar ontworpen postzegels. Dit keer met niemand minder dan de bijna vijftigjarige koningin Máxima.

Koningin Máxima wordt komende maandag, 17 mei, vijftig jaar. Ter ere van dit feest brengt PostNL, net als bij de vijftigste verjaardag van koning Willem-Alexander, jubileumpostzegels uit. Dit keer komen de zegels uit de koker van ontwerper Maud van Rossum (Venlo, 1974).
Van Rossum is geen onbekende voor PostNL; zo mocht ze vorig jaar al aan de slag met een vel postzegels met daarop afgedrukt ‘De eerste atlassen’, die in de zestiende en zeventiende eeuw verschenen. Opvallend aan het nieuwe ontwerp dat Van Rossum maakte, is de relatief grote zwart-witfoto van een jonge Máxima.

Deze privéfoto zag Van Rossum in de werkkamer staan van koning Willem-Alexander tijdens een tv-toespraak. Van Rossum: ‘Het is een prachtig beeld, heel intiem.’ Om deze foto te gebruiken, moest er zelfs speciale toestemming worden verleend vanuit het Koninklijk Huis. ‘Ik denk niet dat ooit een koningin zo op een postzegel is afgebeeld.’ De overige vier kleurenfoto’s zijn gemaakt door fotograaf Robin Utrecht, die meermaals (inter)nationaal bekroond werd voor zijn werk.

Stephan van den Eijnden, commercieel directeur Mail van PostNL, is trots op het postzegelvel. „Het is dit jaar 170 jaar geleden dat de eerste postzegel in Nederland verscheen, toen met een portret van koning Willem III. Er is natuurlijk geen enkel ander onderwerp dat zo vaak op Nederlandse postzegels is afgebeeld als het Oranjehuis. Daar zijn we enorm trots op.”

De postzegels zijn vanaf 17 mei te koop bij Bruna-winkels en via: postnl.nl


Postzegelnieuws: ‘De eerste atlassen en hun uitgevers’


Postzegelnieuws:
‘De eerste atlassen en hun uitgevers, uit de zestiende en zeventiende eeuw’


Uitgifte
De allereerste atlas in de wereld verscheen in 1570 in Antwerpen, dit jaar 450 jaar geleden. Ter gelegenheid daarvan geeft PostNL op 23 maart 2020 het postzegelvel De eerste atlassen uit. De 6 postzegels op het vel zijn gewijd aan kaarten uit 6 atlassen die in de 16e en 17e eeuw in de Nederlanden zijn verschenen. Naast de 6 kaarten zijn de 6 betrokken uitgevers afgebeeld. Op de postzegels staat de waardeaanduiding internationaal 1 voor post tot en met 20 gram met een internationale bestemming. Het postzegelvel is ontworpen door Studio Maud van Rossum uit Amsterdam.

Onderwerp
De uitgifte De eerste atlassen van PostNL besteedt aandacht aan bijzondere atlassen die in de 16e en 17e eeuw in de lage landen zijn uitgegeven. De snelle ontwikkelingen op cartografisch gebied hingen toen nauw samen met de bijzondere positie van de Nederlanden in de internationale handel en scheepvaart. Antwerpen en Amsterdam waren belangrijke centra voor de atlas: een verzameling kaarten van gelijk formaat en in dezelfde stijl, bijeengebracht in een boek waarvan de uitgever meer exemplaren laat maken.

De aartsvader van de atlas is de Antwerpse cartograaf Abraham Ortelius (1527-1598). Ortelius verzamelde de beste kaarten die in zijn tijd voorhanden waren. Hij hertekende of verkleinde in totaal 53 stuks, voorzag ze van beschrijvingen en bundelde ze in een boek. Die atlas verscheen in 1570 voor het eerst, dit jaar 450 jaar geleden, in het Latijn, met de titel Theatrum orbis terrarum (letterlijk: het toneel van de aardebodem). In 1571 volgde de Nederlandse vertaling. Deze wereldatlas inspireerde vele andere uitgevers om hun eigen atlassen te maken.

Naast Abraham Ortelius staan de volgende uitgevers op de postzegels: Gerard de Jode (1509-1591), Gerard Mercator (1512-1594), Jodocus Hondius (1563-1612), Willem Jansz. Blaeu (1571-1638) en Johannes Janssonius (1588-1664). De portretten van de uitgevers op de postzegels zijn afkomstig uit de beeldbank van het Rijksmuseum. Alle kaarten komen uit atlassen uit de collectie Allard Pierson | De Collecties van de UvA. Deze verzameling weerspiegelt in grote lijnen de geschiedenis van de westerse en in het bijzonder de Nederlandse cartografie. De collectie behoort tot de grootste in Nederland en tot de grotere in de wereld, met 175.000 kaartbladen en 5000 atlassen.

Ontwerp
Op elk van de 6 postzegels van de uitgifte De eerste atlassen staat een kaart van de lage landen, grofweg het huidige België en Nederland. Naast de kaart staat het portret van de bijbehorende uitgever. De kaart is een gravure in kleur, het portret is een prent in een full colour opgebouwd zwart-wit. Op de 3 postzegels links staat het portret aan de linkerkant, op de 3 postzegels rechts staat het aan de rechterkant. Op de tabs met het Priority-logo is de naam van de betrokken uitgever te lezen, met de volledige naam van zijn atlas. De waardeaanduiding 1 is geplaatst boven de afbeelding van elke uitgever. De aanduiding Nederland 2020 staat onderaan, de aanduiding internationaal staat verticaal in kapitalen wisselend links en rechts van de kaart. De teksten op de postzegels en de velrand zijn in zwart en in een gedempte kleur blauw gedrukt. De 6 kaarten staan in chronologische volgorde op het postzegelvel, van boven naar onderen en van links naar rechts. Daarbij is gekozen voor het jaar van de uitgifte van de atlas waaruit de kaart op de postzegel afkomstig is. Zo staat op de postzegel rechtsonder de atlas van Johannes Janssonius die als laatste in 1666 uitkwam. In de tekst is waar nodig tussen haakjes vermeld wanneer de eerste editie van deze atlas verscheen. In het geval van Janssonius is dat 1638.

Typografie
Voor de typografie is gebruikgemaakt van 2 Nederlandse lettertypes: de schreefletter Lexicon (Bram de Does, 1992) en de schreefloze letter Quadraat Sans (Fred Smeijers, 1996).

Ontwerper
Op de postzegels van de uitgifte De eerste atlassen staan oude geografische kaarten van de Nederlanden, samen met een portret van de betrokken uitgever. Het onderwerp cartografie is niet onbekend voor Maud van Rossum, die verantwoordelijk was voor het ontwerp van De eerste atlassen. Zo ontwierp Van Rossum samen met Piet Gerards de door Vantilt uitgegeven publicatie Afsetters en meester-afsetters. De kunst van het kleuren 1480-1720 van Truusje Goedings (2015). Dit boek gaat over historische cartografie en de kunst van het inkleuren. Ook maakte Van Rossum eerder met Piet Gerards verschillende postzegels voor PostNL, waaronder UNESCO Werelderfgoed uit 2014 en de 2 Inhuldigingspostzegels uit 2013.

 

 

De eerste echte atlas
In 2020 is het 450 jaar geleden dat de eerste echte atlas werd uitgegeven door Abraham Ortelius. “Daarom staat Ortelius prominent op de velrand”, aldus Van Rossum. “Tijdens het uitspitten van dit onderwerp zijn verschillende ontwerprichtingen verkend. Zo heb ik een opzet gemaakt op basis van kaarten van de toen bekende wereld. In een andere variant gebruikte ik schilderijen van Johannes Vermeer. Op veel van zijn werken hangen op de achtergrond grote geografische kaarten uit verschillende atlassen uit die tijd.

 

 

Uiteindelijk zijn 2 heel andere ontwerpen aan PostNL gepresenteerd. Het ene ontwerp beperkte zich tot Ortelius en zijn eerste atlas. In dit ontwerp keert steeds dezelfde kaart van de Nederlanden terug. Maar dan op elke postzegel uit een andere editie en op een andere manier ingekleurd. Het andere ontwerp, waarvoor unaniem is gekozen, laat zien welke kaarten van de Nederlanden Ortelius en zijn navolgers in hun atlas opnamen. Bijzonder daaraan is onder meer dat je duidelijk ziet dat in die tijd op de meeste kaarten het noorden niet bovenaan staat. Want door deze kaarten te kantelen, maak je veel economischer gebruik van het dure papier.”

 

 


Uitgangspunten voor de selectie
Voor de selectie van de 6 uitgevers op het postzegelvel legde Van Rossum zichzelf strenge criteria op. Onder meer moest de uitgever in de Nederlanden zijn geboren en moest de verschenen atlas een afbeelding van de Nederlanden bevatten. “Het zijn postzegels met een internationale bestemming”, zegt Van Rossum. “Daarom wilde ik de Nederlandse kaart als visitekaartje opnemen. Maar er was nog een ander criterium en dat bleek een lastige. Want ik wilde per se een portret van de uitgever tonen. Voor Mercator, Hondius, Blaeu, Ortelius en De Jode lukte dat redelijk snel. Maar de laatste was moeilijker. Uiteindelijk kwam ik uit bij Jacob Colom, een uitgever die een heel klein atlasje had gemaakt. Hij paste niet echt in het rijtje, maar daar moest ik het maar mee doen.”

Allard Pierson
Toen stak het toeval een handje toe. Tegelijkertijd met De eerste atlassen was Van Rossum bezig met de vormgeving van het boek van Jos Biemans: Boeken voor de geleerde burgerij. De stadsbibliotheek van Amsterdam tot 1632. “In de kopij las ik dat Allard Pierson | De Collecties van de UvA een groot aantal verschillende edities van de eerste atlas van Ortelius in bezit heeft. Uit gesprekken met twee conservatoren – Peter van der Krogt en Reinder Storm – bleek vervolgens dat ook de andere uitgevers in hun collectie goed waren vertegenwoordigd. En, nog belangrijker, zij kwamen op de proppen met een veel beter alternatief voor Jacob Colom. Namelijk Johannes Janssonius. Die kende ik wel, maar ik had geen portret van hem gevonden. Maar op het titelblad van de atlas van Janssonius staat een groepsportret, met daarop een man die volgens de experts zeker Janssonius moet zijn. Jacob Colom ging dus exit – en mijn selectie was rond.”

Fris en eenduidig
De 6 kaarten uit de atlassen van het Allard Pierson zijn door fotograaf Stephan van der Linden gefotografeerd. Daarna poetste lithograaf Marc Gijzen de verkleuringen weg voor een zo fris en helder mogelijk beeld. Van Rossum: “Vanwege de leesbaarheid zijn de kaarten zo groot mogelijk op de postzegel geplaatst door de bladspiegel van de atlaspagina zo veel mogelijk weg te laten. Alleen een klein randje bleef als omkadering. Ook de knik van het hart van de pagina is nog te zien, de kaart komt immers uit een atlas. De 6 kaarten hebben dezelfde hoogte gekregen, maar de breedte varieert. Dat komt door de verhoudingen van de oorspronkelijke kaarten. Het was wel even puzzelen om dat goed te krijgen, vooral op de postzegel van De Jode. Zijn kaart loopt breder dan de andere en daardoor moest ik schipperen met de ruimte tussen sorteerhaak en waardeaanduiding 1. Maar het kan nét. De kaart van De Jode is om nog een andere reden bijzonder: het is de enige niet ingekleurde kaart op het postzegelvel. Zo verwijs ik ook naar het afzetten, het handmatig inkleuren. Want drukwerk was in die tijd altijd zwart-wit en werd later ingekleurd.”

Dieper zwart
De prenten van de uitgevers op de postzegels zijn afkomstig uit de beeldbank van het Rijksmuseum. Van Rossum: “Alle portretten zijn vrijstaand gemaakt en vóór de bijbehorende kaart geplaatst. Daardoor valt ook veel minder op dat de kaarten verschillende breedtes hebben. De lithograaf heeft alle portretten omgezet naar een full colour opgebouwd zwart-wit. Daardoor ontstaat een dieper zwart en het vermindert de kans op moiré-effecten op de pers.”

 

Rust en ruimte

Op het postzegelvel heeft Van Rossum 2 lettertypes gebruikt van de hand van Nederlandse letterontwerpers. Van Rossum: “Het zijn allebei fonts die voor ruimte en rust zorgen. De schreefletter Lexicon van Bram de Does is een prima leesbare letter met korte stokken en staarten. Daardoor lukte het om op de tabs de soms absurd lange titels van de atlassen volledig te vermelden. De andere letter is de schreefloze Quadraat Sans van Fred Smeijers. Een puntige en beetje eigenwijze letter, die wonderwel goed bij de meer traditionele Lexicon past. Al bij de allereerste ontwerpen koos ik als steunkleur gedempt blauw als tegenwicht voor de gelige en warme kleur van de kaarten. Zowel de lettertypes als de steunkleur zijn bewust gebruikt om de verschillende informatielagen van elkaar te scheiden.”

Over de ontwerper
Na haar studie aan het Sint Lucas in Boxtel (1992-1996) vervolgde Maud van Rossum (1974) haar opleiding grafisch ontwerpen aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem (1996-2000). Daar kreeg ze les van onder meer Gerard Schilder, Thomas Widdershoven en Pieter Hildering. In 2000 trad ze in dienst bij Piet Gerards Ontwerpers, waar Van Rossum talloze boeken heeft vormgegeven voor uitgeverijen zoals Vantilt, NAi en 010 (het huidige nai010), Bas Lubberhuizen, Lecturis en Athenaeum-Polak & Van Gennep. Op 1 juli 2018 nam zij Piet Gerards Ontwerpers over en zette de studio voort onder haar eigen naam op een nieuwe locatie in Amsterdam. Studio Maud van Rossum heeft een op de inhoud gerichte aanpak. Opdrachtgever en onderwerp staan centraal in het zoeken naar de ideale vorm voor elk project. De vormgeving is ingetogen, secuur en dienstbaar, met typografie als leidende draad. Niet alleen vormgeving, maar ook tekstredactie, beeldredactie, materialisering, planning en productie worden met zorg aangepakt. Studio Maud van Rossum is gespecialiseerd in het vormgeven van boeken. Ook ontwerpt de studio huisstijlen, flyers, brochures, magazines, exposities en postzegels. Van Rossum is verder actief in De Monsterkamer in Amsterdam, een fysiek en digitaal platform voor papier en drukwerk, opgezet door Esther Krop. Daar geeft ze papieradvies aan bezoekers, werkt ze aan een online papierdatabase voor grafische professionals en assisteert ze bij het organiseren van expert meetings. De jarenlange ervaring in het boekenvak en de kennis van papier zet Van Rossum, samen met Esther Krop, sinds 2015 in voor De Best Verzorgde Boeken. In opdracht van deze stichting verzamelen ze jaarlijks alle technische gegevens van de bekroonde boeken ten behoeve van de catalogus.

 

Meer over het onderwerp

Abraham Ortelius (Antwerpen, 1527–Antwerpen, 1598), eigenlijk Ortels of Hortels, stamde uit een uit Augsburg afkomstig geslacht. In 1547 werd Ortelius als kaartenkleurder lid van het Sint-Lucasgilde in Antwerpen en hij verhandelde onder meer boeken, handschriften, kaarten, prenten en penningen. Ortelius verzamelde de beste kaarten en reisde veel om de overeenstemming ervan met het terrein te controleren. Hij was vooral een zakenman met oog voor een snelle afwerking van zijn producten. Dit stond in contrast met de wetenschappelijke aanpak van Mercator, die al zijn bronnen en gegevens grondig en uitermate kritisch behandelde. Het verschil in aanpak belemmerde beiden echter niet om geregeld informatie uit te wisselen. Het belangrijkste werk van Ortelius is de eerste atlas uit de geschiedenis: Theatrum orbis terrarum uit 1570. Op de postzegel staat een kaart uit de Nederlandse uitgave van deze atlas: Theatre, oft toonneel des aerdt-bodems (editie 1571).

Van de eerste jaren van Gerard de Jode (Nijmegen, 1509–Antwerpen, 1591) is weinig bekend, totdat hij in 1547 als vrijmeester van het Antwerpse Sint-Lucasgilde op het toneel verschijnt. Zijn Speculum orbis terrarum uit 1578 is een atlas in 2 delen, waarvan deel 2 getiteld is Speculum geographicum totius germaniae imperium. De Jode en Abraham Ortelius waren grote concurrenten. Ortelius zou naar verluidt gebruik hebben gemaakt van zijn vooraanstaande positie om zijn collega tegen te werken. Daardoor kreeg De Jode pas laat toestemming om zijn atlas uit te geven, 8 jaar na die van Ortelius. Op de postzegel staat een kaart van de Nederlanden uit deel 2 van de atlas Speculum orbis terrarum (editie 1578).

De grondlegger van de moderne cartografie is Gerard Mercator (Rupelmonde, aan de Schelde, 1512–Duisburg, 1594). Na een studie in Leuven wijdde Mercator, eigenlijk Gerard Kremer, zich in Antwerpen aan wiskunde en astronomie. Ook was hij als landmeter werkzaam. In 1538 gaf hij zijn eerste wereldkaart uit met een dubbelhartvormige projectie. Naast kaarten vervaardigde Mercator globes en gaf hij adviezen aan Engelse zeevaarders. In 1552 verliet hij de Nederlanden en vestigde zich als kosmograaf van de hertog van Gulik in Duisburg (Duitsland). Daar ontwikkelde hij zijn beroemde mercatorprojectie. Op de postzegel staat zijn kaart van de Gli XVII provincie de gli Paesi Bassi (editie 1585). De Zeventien Provinciën is de naam waarmee de Habsburgse Nederlanden in de 16e eeuw werden aangeduid.

Jodocus Hondius (Wakken in West-Vlaanderen 1563–Amsterdam 1612), eigenlijk Joost de Hondt, was cartograaf, stempelsnijder en kalligraaf. Hij trad op als een uitgever van groot formaat. Zo publiceerde hij de Geographia van Ptolemaeus met Griekse tekst (1605) en de Gerardi Mercatori Atlas met talrijke kaarten vermeerderd (1606). Deze laatste werd herhaaldelijk herdrukt en vertaald. Van aanzienlijk belang is zijn grote Europakaart (1595), de eerste belangrijke meerledige kaart van Europa sinds die van Mercator. In 1604 kocht hij de koperplaten van Mercators atlas op. Deze gaf hij in 1606 opnieuw uit, aangevuld met 36 nieuwe kaarten in de zogenaamde Mercator-Hondius Atlas. Als cartograaf wordt hij als de beste van zijn tijd beschouwd. Na 1612 nam zijn weduwe de uitgeverij over, later bijgestaan door haar zonen Jodocus jr. en Henricus. Op de postzegel staat een kaart uit de Gerardi Mercatori Atlas (editie 1619).

Willem Jansz. Blaeu (Uitgeest of Alkmaar, 1571–Amsterdam, 1638) was een leerling van de Deense astronoom Tycho Brahe. Van Brahe leerde hij instrumenten en globes maken. De aarde- en hemelglobes van Blaeu overtroffen alles wat tot dan toe was verschenen, zowel in schoonheid als accuratesse. Blaeu spitste zich tot 1630 voornamelijk toe op het uitgeven van zeekaarten. Pas in 1630 verscheen zijn eerste landatlas. De koperplaten van deze atlas had Blaeu opgekocht uit de nalatenschap van Jodocus Hondius jr. In 1635 verscheen de eerste druk van de beroemde Atlas-Novus in 2 delen. Blaeu hield zich ook intensief bezig met de wetenschap. Zo ontdekte hij begin 17e eeuw 2 nieuwe sterren en voerde hij allerlei metingen uit om de omtrek van de aarde te berekenen. Op de postzegel staat een kaart uit de Atlas major (editie 1662). Deze atlas werd uitgegeven door Joan Blaeu, de zoon van Willem Jansz.

Johannes Janssonius (Arnhem, 1588–Amsterdam, 1664), eigenlijk Johannes Jansz., was de zoon van een drukker en uitgever. Janssonius trouwde in 1612 met de dochter van Jodocus Hondius en vestigde zich in Amsterdam als uitgever van atlassen en stedenboeken. De zaken gingen voorspoedig en Janssonius opende ‘buytenwinkels’ in onder andere Berlijn, Frankfurt, Genève, Lyon en Stockholm. Ook werkte hij in de uitgeverij van zijn zwager. Onder zijn leiding werd de Mercator-Hondius Atlas uitgebreid en gepubliceerd als Atlas Novus, met uitgaven in het Nederlands, Frans, Spaans en Latijn. Net zoals zijn tijdgenoten maakte ook Janssonius gebruik van bestaande koperplaten. Op de postzegel staat een kaart uit de Ioannis Ianssonii Atlas contractus (editie 1666).

Bronnen: Ons Erfdeel, jaargang 12, 1968, pagina 106, iets over de nederlandse kartografie, auteur Frans Weemaels, wikipedia.nl, vliz.be/hisgiskust/nl
Tekst: Onno Jager, Jager & Neyndorff, Den Haag
Portretfoto’s: Rob Rouleaux, Amsterdam

Technische gegevens

Waarde
Op deze postzegels staat de waardeaanduiding internationaal 1, bedoeld voor post tot en met 20 gram met een internationale bestemming
Postzegelformaat
36 x 25 mm
Velformaat
108 x 150 mm
Papier
normaal met fosforopdruk
Gomming
gegomd
Druktechniek
offset
Drukkleuren
cyaan, magenta, geel en zwart
Oplage
91.000 vellen
Verschijningsvorm
vel van 6 postzegels in 6 verschillende ontwerpen
Ontwerp
Studio Maud van Rossum
Lithografie
Marc Gijzen, beeldbewerking & digitale lithografie
Drukkerij
Joh. Enschedé Security Print, Haarlem
Artikelnummer
400361
De postzegels zijn, zolang de voorraad strekt, verkrijgbaar bij het postkantoor in de Bruna-winkels en via www.postnl.nl/bijzondere-postzegels. De postzegels zijn ook telefonisch te bestellen bij de klantenservice van Collect Club op telefoonnummer 088 – 868 99 00. De geldigheidstermijn is onbepaald.

© 2020 Koninklijke PostNL BV


Op het spoor door Johannes Vermeer


Op het spoor door Johannes Vermeer


‘Blij en vereerd’ ging Maud van Rossum vorig najaar aan de slag met de uitdaging die PostNL haar had voorgelegd: het ontwerpen van het postzegelvel ‘De eerste atlassen’. “Postzegels ontwerpen blijft iets bijzonders”, vertelt de Amsterdamse ontwerper. “Het is een van de meest speciale opdrachten die je kunt krijgen. Bovendien heb ik veel affiniteit met het onderwerp. Dat maakte het extra interessant.”

 De eerste atlas is 450 jaar oud
450 jaar geleden verscheen ’s werelds eerste echte atlas: de ‘Theatrum orbis terrarum’ van de Antwerpse cartograaf Abraham Ortelius. Deze mijlpaal inspireerde PostNL tot de uitgave van een speciaal postzegelvel over oude atlassen. De keuze voor Maud van Rossum was niet toevallig. Eerder had ze gewerkt aan de serie UNESCO Werelderfgoed in 2012 en de twee Inhuldigingspostzegels in 2013, samen met Piet Gerards. Ook het onderwerp was niet nieuw. Samen met Gerards ontwierp ze in 2015 het boek ‘Afsetters en meester-afsetters. De kunst van het kleuren 1480-1720’ van Truusje Goedings over historische cartografie en de kunst van het inkleuren.

Kan ik iets met dat gegeven?
Het was Johannes Vermeer die Maud op het spoor zette van haar invalshoek voor de serie. Het intrigeerde haar dat op veel schilderijen van de beroemde Delftse meester kaarten hangen van de Nederlanden. “Ik dacht: kan ik iets met dat gegeven, een kunstenaar uit die tijd die veel had met kaarten van de Nederlanden? Uiteindelijk ben ik toch van dat idee afgestapt, omdat het dan te veel over Vermeer zou gaan en te weinig over oude atlassen en hun makers.”

 

 

Nederlandse kaart als visitekaartje
Het idee over oude kaarten van de Nederlanden liet Maud echter niet los. Uiteindelijk besloot ze zes portretten van bekende Belgische en Nederlandse atlasuitgevers uit de 16e en 17e eeuw te plaatsen met hun eigen kaarten van de toenmalige Nederlanden op de achtergrond. “Het zijn postzegels met een internationale bestemming. Daarom wilde ik de Nederlandse kaart als visitekaartje opnemen en ook per se een portret van de uitgever tonen.”

Beroemde namen
Over beroemde namen als Ortelius, Mercator, Hondius, Blaeu en De Jode hoefde Maud niet lang na te denken. Een kandidaat voor de zesde postzegel was minder snel gevonden. Na lang zoeken stuitte ze uit op de relatief onbekende Jacob Colom, die een heel kleine atlas had gedrukt. Conservatoren Peter van der Krogt en Reinder Storm van het Allard Pierson-instituut in Amsterdam reikten haar echter een andere kandidaat aan: Johannes Janssonius. Maud: “Die kende ik wel, maar ik had geen portret van hem kunnen vinden. Op het titelblad van de atlas van Janssonius staat echter een groepsportret, met daarop een man die volgens de experts zeker Janssonius moet zijn. Mijn selectie was rond.”

 

 

‘Absurd lange’ atlastitels
Vervolgens was het nog een heel gepuzzel om de portretten en kaarten mooi, evenwichtig en spannend in beeld te brengen en ook nog een plek te vinden voor de ‘absurd lange’ atlastitels. “Door mijn ervaring kon ik die stapjes vrij snel zetten. Ik wist inmiddels wat beelden doen op zo’n klein formaat en welke relaties ze met elkaar aangaan. Uiteindelijk wil je niet alleen een spannend postzegelvel maken, maar ook dat de postzegels los interessant genoeg zijn. Het verrast me steeds weer hoe je op zo’n klein formaat toch een heel verhaal kunt vertellen.”

‘De eerste atlassen’ is verkrijgbaar als postzegelvel, postzegelmapje, eerstedagenvelop en prestigeboekje.

 

Dit interview verscheen in Collect nr. 102, voorjaar 2020
Uitgave: PostNL, Den Haag
Tekst: Overeijnder Van den Dool communicatie, Rotterdam
Portretfoto’s: Rob Rouleaux, Amsterdam

 

 

 

 

 

Technische gegevens

Postzegelformaat
36 x 25 mm
Velformaat
108 x 150 mm
Papier
normaal met fosforopdruk
Gomming
gegomd
Druktechniek
offset
Drukkleuren
cyaan, magenta, geel en zwart
Oplage
91.000 vellen
Verschijningsvorm
vel van 6 postzegels in 6 verschillende ontwerpen
Ontwerp
Studio Maud van Rossum
Lithografie
Marc Gijzen, beeldbewerking & digitale lithografie
Drukkerij
Joh. Enschedé Security Print, Haarlem

Artikelnummer
400361
De postzegels zijn, zolang de voorraad strekt, verkrijgbaar bij het postkantoor in de Bruna-winkels en via www.postnl.nl/bijzondere-postzegels. De postzegels zijn ook telefonisch te bestellen bij de klantenservice van Collect Club op telefoonnummer 088 – 868 99 00. De geldigheidstermijn is onbepaald.

© 2020 Koninklijke PostNL BV

 


Wim Crouwel: MR. GRIDNIK


Wim Crouwel: MR. GRIDNIK in het Stedelijk Museum Amsterdam


Het Stedelijk Museum Amsterdam eert van september 2019 t/m maart 2020 Wim Crouwel (1928-2019) met de tentoonstelling Wim Crouwel: Mr. Gridnik, waarin een selectie te zien is van zijn grafische vormgeving. Wim Crouwel overleed op 19 september 2019 op negentigjarige leeftijd.

Wim Crouwel was in 1963 medeoprichter van het eerste multidisciplinaire ontwerpbureau: Total Design en is tegenwoordig een van de bekendste grafisch ontwerpers uit Nederland. Al vanaf de jaren ‘50 werd Wim Crouwel sterk beïnvloed door de Zwitserse grafisch vormgevers die met hun rationele en minimalistische benadering gebruik maakten van het grid als systeem. Gedurende Crouwels hele carrière heeft hij een voorliefde gehad voor het grid, vandaar de titel voor deze expositie.

Zijn liefde voor het grid kwam tot uiting in talloze affiches en catalogi voor onder andere het Stedelijk Museum, in postzegels en experimenteel werk zoals zijn New Alphabet.

Zie ook:
Wim Crouwel – a Graphic Odyssey
Monografie Wim Crouwel modernist

Foto’s © Maud van Rossum


Een eerbetoon aan Gerard Unger (1942-2018)


Een eerbetoon aan Gerard Unger (1942-2018)


Op vrijdag 23 november 2018 overleed Gerard Unger op 76-jarige leeftijd in zijn woonplaats Bussum. Op 23 januari 2019, een dag nadat hij 77 jaar zou zijn geworden, vindt er in pakhuis De Zwijger in Amsterdam een eerbetoon plaats aan een van de belangrijkste typografen ter wereld, een bijzonder ontwerper, docent, mentor en persoon. Meer info over deze avond vind je hier.

Unger studeerde van 1963-1967 ‘grafisch ontwerpen, typografie en letterontwerpen’ aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Hij werkte vervolgens bij Total Design, Prad en Joh. Enschedé. Later vestigde hij zich als zelfstandig ontwerper. Naast huisstijlen, tijdschriften, boeken, munten en postzegels heeft hij een groot aantal lettertypen ontworpen, waarvan de Swift een mooi voorbeeld is. Gerard Unger heeft veel over zijn vak gepubliceerd en gaf 34 jaar les aan de Gerrit Rietveld Academie.

In september 2018 verscheen het laatste boek van de hand van Unger. In Theory of Type Design, vormgegeven door Hansje van Halem, is voor het eerst een compleet en toegankelijk geschreven theorie van het letterontwerp gepresenteerd. Het handboek bestaat uit 24 beknopte hoofdstukken die op heldere wijze elk een ander facet van het letterontwerp beschrijven, van de invloed van taal tot de digitale ontwikkelingen van vandaag, van de manier waarop het oog en de hersenen lettervormen verwerken tot en met hun uitdrukkingskracht. Het boek is te bestellen bij uitgeverij nai010.

Dutch Masters Special
Gerard Unger
Woensdag 23 januari, 20:00 uur
Pakhuis De Zwijger
Piet Heinkade 179, Amsterdam


ROOTS Gerard Unger


ROOTS Gerard Unger


Op woensdag 29 november 2017 verscheen in de ‘ROOTS-reeks’ het cahier ’Gerard Unger’, geschreven door Chris Vermaas.

Gerard Unger (Arnhem, 1942) studeerde van 1963-1967 ‘grafisch ontwerpen, typografie en letterontwerpen’ aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Hij werkte vervolgens bij Total Design, Prad en Joh. Enschedé. Later vestigde hij zich als zelfstandig ontwerper. Naast huisstijlen, tijdschriften, boeken, munten en postzegels heeft hij een groot aantal lettertypen ontworpen, waarvan de Swift een mooi voorbeeld is. Gerard Unger heeft veel over zijn vak gepubliceerd en gaf 34 jaar les aan de Gerrit Rietveld Academie.

Deze uitgave is deel 45 in de ROOTS-reeks, geïnitieerd door (Z)OO producties, waarin de wortels van de grafische ontwerpcultuur worden belicht. De cahiers gaan over ontwerpers, maar ook drukkers of bureaumensen die een belangrijke rol hebben gespeeld in het Nederlandse ontwerplandschap.

——-

Je kunt het cahier voor 5 Euro bestellen bij:
www.zooproducties.nl

Gerard Unger (rechts) en Robert van Rixtel tijdens de presentatie van het cahier. (foto: Henk Gianotten)


In memoriam: Bram de Does (1934–2015)

Bram de Does is op 28 december 2015 overleden op 81-jarige leeftijd. Als typograaf kreeg hij internationale bekendheid door het ontwerpen van de lettertypen Trinité (1982) en Lexicon (1992)

Bram de Does (19 juli 1934) kwam uit een familie van drukkers en werkte al vroeg bij de drukkerij Systema van zijn vader. Hier maakte hij zelfstandig letterproeven en zo kreeg hij steeds meer interesse in typografie. Na de Amsterdamse Grafische School is Bram de Does vanaf 1958 een lange tijd in dienst geweest van de Haarlemse drukkerij Joh. Enschedé en Zonen in Haarlem.

Bij Enschedé ontwierp hij begin jaren ’80 het lettertype Trinité, waar hij in 1991 de H.N. Werkmanprijs van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst voor ontving. De naam Trinité (drie-eenheid) verwijst naar het feit dat de letterfamilie bestaat uit drie varianten, elk met verschillende lengtes van de stokken en staarten. De letter was volgens De Does ‘functioneel swingend’ en ‘systematisch slordig’.

De Lexicon werd oorspronkelijk ontworpen voor Van Dale’s Groot woordenboek der Nederlandse taal en bestond uit twee varianten: Lexicon No. 1 en Lexicon No. 2. No. 1 heeft korte stokken en staarten, waardoor deze geschikt is voor goed leesbaar zetwerk in een klein corps. No. 2 heeft meer gangbare lengtes in stokken en staarten en is daardoor meer geschikt voor het reguliere zetwerk. Bovendien loopt de letter erg zuinig, zodat er veel tekst op een pagina past. Ook de nieuwste uitgave van Van Dale uit 2015, vormgegeven door Studio Joost Grootens, is gezet uit de Lexicon.
De Lexicon werd overigens ook van 2001 tot 2013 gebruikt in het NRC Handelsblad.