Keukenhof 75 jaar


Keukenhof 75 jaar


DOOR ONNO JAGER, POSTNL MARKETING, 1 MAART 2024

UITGIFTE
Op 1 maart 2024, de dag dat de meteorologische lente begint, geeft PostNL het postzegelvel Keukenhof 75 jaar uit ter gelegenheid van het jubileum van het populaire bloembollenpark in Lisse. Het vel telt 6 postzegels in 3 verschillende ontwerpen, gemaakt door grafisch ontwerper Maud van Rossum uit Amsterdam. De hoofdrol op de postzegels is weggelegd voor de voorjaarsbloemen iris, narcis en tulp. Op de postzegels staat de waardeaanduiding internationaal 1 voor post tot en met 20 gram met een internationale bestemming. De prijs voor een vel met 6 postzegels is € 10,50.

ONDERWERP
De naam Keukenhof is afgeleid van Keukenduin, een duingebied dat hoorde bij Slot Teylingen in Zuid-Holland. Al in de 15e eeuw liet gravin Jacoba van Beieren (1401-1436) dit gebied gebruiken voor de bevoorrading van de keuken van het slot waar zij tot haar dood woonde. In 1641 werd kasteel Keukenhof gebouwd door Adriaen Maertensz. Block. Het landgoed Keukenhof wisselde regelmatig van eigenaar en groeide in de loop van de tijd uit tot ruim 200 hectare. In 1857 richtten de landschapsarchitecten Jan David Zocher (vader) en Louis Paul Zocher (zoon) de tuin rondom het kasteel opnieuw in. Dat park, in Engelse landschapsstijl, vormt nog altijd de basis van Keukenhof. In 1949 bedacht een groep bloembollenkwekers en -exporteurs het plan om op het landgoed een tentoonstelling van voorjaarsbloeiende bloembollen te maken. Het lentepark Keukenhof was direct een succes, met in het eerste jaar 236.000 bezoekers. In de afgelopen 75 jaar is Keukenhof uitgegroeid tot een wereldwijd icoon met eindeloze tulpenvelden en kleurrijke voorjaarsbloemen. Voor Keukenhof start het nieuwe seizoen wanneer in de periode eind september tot begin december circa 7 miljoen voorjaarsbollen van ruim 100 kwekers in de grond gaan. Jaarlijks ontvangt Keukenhof rond de 1 miljoen bezoekers, van wie 80 procent uit zo’n 100 verschillende landen. In 2024 zal Keukenhof geopend zijn van 21 maart tot en met 12 mei.

ONTWERP
Het postzegelvel Keukenhof 75 jaar heeft het standaardformaat van 108 x 150 mm met 6 postzegels in 3 verschillende ontwerpen. Elke postzegel kreeg dezelfde bijzondere vorm van een gestileerd bloemblaadje met een driehoekige basis onder een cirkelvorm met kartels. Op de postzegels zijn 3 verschillende bloemen zo groot mogelijk afgebeeld tegen een witte achtergrond: een narcis, een tulp en een iris. De rangschikking van de 6 postzegels op het postzegelvel verwijst naar de vorm van een bloem met 6 blaadjes. Op elke postzegel is het Priority-logo in het postzegelontwerp geïntegreerd, waarbij het steeltje van de bloem onder het logo doorloopt. Boven elke bloem staan op de postzegel in cirkelvorm de uitgiftetitel, de landaanduiding, de waardeaanduiding internationaal 1 en de openingstijden van Keukenhof in 2024. Rondom elke postzegel zijn de naam en de bloeiperiode van de afgebeelde bloem vermeld. Op de achtergrond van het postzegelvel staat een aflopend beeld van een bloeiend veld tulpen in overwegend rode tinten.

TYPOGRAFIE
Voor de typografie van de teksten is gebruikgemaakt van de Scala Sans Pro (1993) van de Nederlandse letterontwerper Martin Majoor. Voor de afgebeelde cijfers (waardeaanduiding 1 en de jubileumaanduiding 75 in de titel) is de Adobe Caslon Regular (1990) van de Amerikaanse letterontwerper Carol Twombly gebruikt.

ONTWERPER
Het ontwerp van het postzegelvel is van de hand van grafisch ontwerper Maud van Rossum uit Amsterdam. De combinatie bloemen en postzegels is Van Rossum niet vreemd, want zij ontwierp in 2022 de postzegels 200 jaar Mauritshuis op basis van schilderijen van beroemde bloemenstillevens. “Zelfde onderwerp, maar dan vanuit een heel ander perspectief”, zegt Van Rossum. “Het moest een kleurrijk, vrolijk en feestelijk ontwerp worden en dat is volgens mij wel gelukt.”

Glooiende perken, slingerende paden
Het eerste dat Van Rossum deed na het krijgen van de opdracht, was afreizen naar Keukenhof. “Net op tijd, want het was vlak voor de sluiting in mei. Ik had de slechtste voorjaarsdag ooit uitgekozen, want het regende onophoudelijk. Daardoor was het wel heerlijk rustig in het park. In mijn beleving dacht ik dat ik alleen tulpenvelden zou zien in strakke geometrische patronen. Maar Keukenhof is veel meer. Ik was aangenaam verrast door de speelse manier waarop de bloemen zijn geplant in glooiende perken. Er zijn veel meer bloemen die er bloeien dan alleen tulpen. Ook is er opvallend veel aandacht voor kunst.”

Vracht foto’s
Van Rossum kreeg van Keukenhof een vracht aan foto’s aangeleverd. “Vanaf het begin wilde ik dat de bloemen zelf de hoofdrol zouden spelen. Dus geen mensen erbij, geen molens of andere typisch Nederlandse toeristische beelden. Dat vonden ze prima. Ze zijn bij Keukenhof daar heel nuchter in. Zij beschouwen zichzelf als een park waar je prachtige bloeiende bloembollen kunt komen bekijken. Niets meer, niets minder. Alle foto’s die ik kreeg waren van velden met bloemen. Dus heb ik eerst alle beelden vrijstaand gemaakt. Ingrijpende bewerkingen waren verder niet nodig. Wel heeft lithograaf Marc Gijzen nog flink wat aan de kleuren oranje getrokken, want oranje is een moeilijke kleur voor drukwerk en verliest al snel zijn sprankeling. Maar nu niet.”

Glossy magazine
Op de postzegels liet Van Rossum het gevarieerde bloemenaanbod terugkeren door 3 verschillende bloemen af te beelden: een oranjerode tulp, een blauwpaarse iris en een gele narcis. “Elke bloem kreeg op zijn postzegel de hoofdrol. Ze zijn daarom zo groot mogelijk op de postzegel geplaatst, vrijstaand tegen een witte achtergrond. Bij de selectie van de beelden zocht ik naar de sfeer van fotografie in een glossy magazine, met de bloem als zelfverzekerd fotomodel. Vlammend, het moest van de postzegel afspatten.”

Afwijkende vorm
PostNL gaf Van Rossum de vrijheid om voor de postzegels af te wijken van het normale rechthoekige formaat. Van Rossum: “Het moest niet, maar het mocht wel. Vorig jaar bleek al met de uitgifte van de postzegels Reis naar de maan wat voor bijzonder resultaat dat kan opleveren. In het begin heb ik toch verschillende ontwerpconcepten ontwikkeld. Het ene met een traditionele postzegelvorm en het andere met een ronde vorm die aan bloemblaadjes doet denken. PostNL was direct enthousiast over dat alternatief, dus daar ben ik mee verdergegaan. De druppelvorm van bloemblaadjes was de achterliggende gedachte van de uiteindelijke vorm die de postzegels kregen. Ook de kartels duiden op bloemblaadjes, kijk maar naar de narcis op de postzegel. Tegelijkertijd is het een verwijzing naar de tanding van klassieke postzegels.”

Logo en typografie
Het Prioritylogo was medebepalend voor de uiteindelijke indeling van het vel en de postzegels. Van Rossum: “Dat logo is nu eenmaal noodzakelijk voor het sorteerproces van internationale post. Doorgaans staat het op tabs naast de postzegels. Maar deze afwijkende postzegelvorm bood de kans om het logo in het ontwerp zelf te integreren. De onderkant van elke postzegel kreeg een zodanige vorm dat het rechthoekige logo met de rechte rand meeloopt. Dat gaf voldoende ruimte om in de witte achtergrond de typografie te plaatsen. Per postzegelontwerp heb ik de vrijheid genomen om de informatie zo natuurlijk mogelijk neer te zetten, afhankelijk van de vorm van de bloem. Met de belangrijkste postale gegevens – de waardeaanduiding 1 en de sorteerhaak – vlakbij het Prioritylogo.”

Bloemblaadjes
De positie van de 6 postzegels op het vel is een verwijzing naar hoe bloemblaadjes in een cirkel zijn gegroepeerd. “Met enige creativiteit natuurlijk, het is geen natuurgetrouwe weergave”, zegt Van Rossum. “De postzegel heeft weliswaar een vrije vorm gekregen, maar ik wilde niet te zeer uit de band springen. Niet door bijvoorbeeld de bloemencontouren letterlijk te gaan volgen. Voor elke postzegel is dezelfde afwijkende vorm gebruikt. Ze moeten natuurlijk wel als postzegels herkenbaar blijven.”

Achtergrondbeeld
In de achtergrond van het postzegelvel staat een foto van een veld met tulpen, op kniehoogte gefotografeerd. Van Rossum: “Eerst had ik het idee om daar alsnog een klassiek beeld van bollenvelden op te zetten, een luchtfoto bijvoorbeeld. Maar dat leidde veel te veel van de postzegels af. Daarom heb ik een minder dominant beeld gekozen, een beeld dat ook mijn ervaring van mijn eerste bezoek aan Keukenhof weergeeft. Namelijk als je door je knieën gaat en je perspectief verlaagt zodat je niet op de bloemen neerkijkt, maar ertegenaan. Dan gaat een nieuwe wereld voor je open.”

Over de ontwerper
Studio Maud van Rossum is een studio voor grafische vormgeving, gevestigd in Amsterdam. De studio heeft een op de inhoud gerichte aanpak. Opdrachtgever en onderwerp staan centraal in het zoeken naar de ideale vorm voor een project. De vormgeving is ingetogen, secuur en dienstbaar waarbij typografie de leidende draad vormt. Creativiteit gaat hand in hand met een praktische inslag. Niet alleen vormgeving, maar ook tekstredactie, beeldredactie, materialisering, planning en productie worden met zorg aangepakt. Studio Maud van Rossum is gespecialiseerd in de vormgeving van boeken en werkt voor uitgeverijen als Architectura & Natura, Athenaeum Polak & Van Gennep, Boom, Lecturis, nai010, Plantage, Thoth en musea als Boijmans van Beuningen, het Bonnefanten, Van Bommel van Dam, het Cuypershuis en het Metropolitan Museum of Art in New York.

Voor PostNL ontwierp Van Rossum de postzegels Sail Den Helder (2023), 200 jaar Mauritshuis (2022), Koningin Máxima 50 jaar (2021) en De eerste atlassen (2020). Samen met Piet Gerards maakte zij eerder de postzegels Werelderfgoed Nederland (2014), Inhuldiging Willem-Alexander (2013) en Heemschut 100 jaar (2011).

Na haar studie aan het Sint Lucas in Boxtel (1992-1996) vervolgde Maud van Rossum (Venlo, 1974) haar opleiding grafisch ontwerpen aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem (1996-2000). Daar kreeg ze les van onder meer Gerard Schilder, Thomas Widdershoven en Pieter Hildering. In 2000 trad ze in dienst bij Piet Gerards Ontwerpers, waar ze talloze boeken heeft vormgegeven. Vanaf 1 juli 2018 heeft Maud van Rossum Piet Gerards Ontwerpers overgenomen en voortgezet onder haar eigen naam.

TECHNISCHE GEGEVENS
Postzegelformaat
3 verschillende postzegels van 37,7 x 37,7 mm (hxb)
Velformaat
108 x 150 mm (hxb)
Papier
Normaal met fosforopdruk
Gomming
Zelfklevend
Druktechniek
Offset
Drukkleuren
Cyaan, magenta, geel en zwart
Oplage
115.000 vellen
Verschijningsvorm
Vel van 6 postzegels in 3 verschillende ontwerpen
Ontwerp
Studio Maud van Rossum, Amsterdam
Fotografie
Keukenhof Lisse
Drukkerij
Koninklijke Joh. Enschedé B.V., Haarlem
Artikelnummer
440361
© 2024 Koninklijke PostNL BV
De postzegels zijn, zolang de voorraad strekt, verkrijgbaar bij het postkantoor in de Bruna-winkels en via www.postnl.nl/bijzondere-postzegels. De postzegels zijn ook telefonisch te bestellen bij de klantenservice van Collect Club op telefoonnummer 088 – 868 99 00. De geldigheidstermijn is onbepaald.


‘Veel visuele verrassingen’


Veel visuele verrassingen


PostNL Collect nr. 116, najaar 2023
tekst: Overeijnder Van den Dool communicatie, Rotterdam

Voor postzegelontwerpers is het steeds weer de uitdaging om hun beeldverhaal aansprekend over het voetlicht te krijgen binnen een heel kleine ruimte. Vooral als er veel te vertellen is. Des te groter is dan ook de voldoening als uiteindelijk de vormgeving en dat verhaal mooi samenvallen. Zoals op het postzegelvel Sail Den Helder van grafisch ontwerper Maud van Rossum. “Binnen alle beperkingen is het een heel rijk vel geworden met veel visuele verrassingen.”

Alles uit de kast

Trouwe lezers van Collect kennen Maud van Rossum uit Amsterdam (1974) als de ontwerper van de postzegelvellen De eerste atlassen (2020), Koningin Máxima 50 jaar (2021) en 200 jaar Mauritshuis (2022). Alle uitgiften waren een groot succes. 200 jaar Mauritshuis werd door de Collect-lezers zelfs uitgeroepen tot mooiste postzegelvel van het jaar. En ook voor de nieuwe opdracht bracht ze weer al haar creativiteit in stelling om de verzamelaar te trakteren op een bijzondere visuele belevenis.

Voor inspiratie naar het Scheepvaartmuseum

Had Maud van Rossum bij het Mauritshuis meteen voor ogen wát ze wilde vertellen en hoe ze dat in beeld moest brengen, Sail Den Helder was meer een zoektocht naar de juiste vormentaal waarmee ze ‘het verhaal’ van het zeilevenement perfect kon weergeven. “Dat kwam ook omdat ik niet zo bekend was met zeilen en Sail Den Helder en me dus eerst het onderwerp eigen moest maken voordat ik echt aan de slag kon. Voor inspiratie bracht ik onder meer een bezoek aan het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.”

Geen mensenmassa’s op de kade

Eén ding stond voor Maud vast: “Ik wilde de essentie van Sail laten zien, niet het evenement op zich. Dus geen mensenmassa’s op de kade, maar zeeschepen in een nautische omgeving met mooie Hollandse wolkenluchten. Ook de Marinedagen en de Tall Ships Races moesten een plek krijgen. Op het vel zie je niet alleen driemasters (tall ships), maar ook afbeeldingen van een marineschip en de namen van de havenplaatsen die in de Tall Ships Races werden aangedaan met hun lengte- en breedtegraden en de verwachte aankomstdata.”

De schepen op het postzegelvel zijn de Nederlandse tweemaster Abel Tasman uit 1913, het Spaanse tall ship Juan Sebastián de Elcano uit 1927, de Mexicaanse driemaster ARM Cuauhtémoc uit 1982 en de Roemeense driemaster Mircea uit 1938 en het luchtverdedigings- en commandofregat Zr. Ms. De Ruyter uit 2002.

Rijk en dynamisch

Met het oog op een spannend en toch evenwichtig eindbeeld werkte de ontwerper toe naar een uitgebalanceerde mix van rust en dynamiek. De rust vinden we in de foto’s van schepen op een kalme zee en het onopvallende zakelijke lettertype van de teksten (Funktional Grotesk). Voor het visuele vuurwerk zorgen de dramatische wolkenluchten, de spannende vormgeving van de postzegels en de opbouw van het totale postzegelvel.

“De dynamiek zit ‘m vooral in de plaatsing van de elementen binnen het beeldvlak”, legt Maud van Rossum uit. “Omdat de linker en rechter postzegelstrook ten opzichte van elkaar zijn gedraaid kan de kijker zelf bepalen wat de boven- en onderkant van het vel is.” De horizons op de foto’s met de schepen zijn steeds iets opgeschoven door de namen van de drie evenementen zigzaggend door het beeld te laten lopen, met Sail Den Helder als verbindend element.

Het marineschip is bewust steeds nét buiten de postzegel geplaatst, zodat mensen zelf kunnen kiezen of ze die willen afscheuren of niet. “Door al deze visuele verrassingen is het eindbeeld rijk en dynamisch. Het vel lijkt wel tien verschillende postzegels te bevatten in plaats van de twee die er in werkelijk zijn.”

Sail Den Helder

Het zeilevenement Sail Den Helder wordt elke vijf jaar eind juni, begin juli gehouden rond de marinestad. Het Marsdiep is dan bezaaid met vele tientallen grote en kleine zeilschepen, met de reusachtige tall ships als grote blikvangers. De zeilshow valt samen met de Marinedagen, het jaarlijkse ‘open huis’ van de Koninklijke Marine. In 2023 trok Sail Den Helder ruim 200.000 bezoekers. Het event was ook het startpunt van de jaarlijkse Tall Ships Races, die via enkele tussenstops eindigde in Arendal in Noorwegen.

Da’s ook toevallig

Op 7 juni verscheen een boek over de Marker Wadden, ontworpen door Maud van Rossum. Het boek werd ten doop gehouden tijdens een zeiltocht op de Abel Tasman, het zeilschip dat ook op het postzegelvel staat. Wie schetste haar verbazing toen ze twee weken later ook het marinefregat De Ruyter aantrof tijdens de Zeehavendagen in Amsterdam, dat eveneens een hoofdrol speelt op Sail Den Helder? “Het postzegelvel was nauwelijks gedrukt of ik bezocht twee van de vijf schepen die erop staan afgebeeld. Is dat geen grappig toeval?”


Studio Maud van Rossum ontwerpt postzegelvel voor Sail Den Helder 2023


Studio Maud van Rossum ontwerpt postzegelvel voor Sail Den Helder 2023


DOOR ONNO JAGER, POSTNL MARKETING, 26 juni 2023

UITGIFTE

Op 26 juni 2023 geeft PostNL het postzegelvel ‘Sail Den Helder’ uit. Het maritieme evenement vindt dit jaar van 29 juni tot en met 2 juli plaats. Sail Den Helder wordt samen met de Marinedagen 2023 georganiseerd en betekent de start van de Tall Ships Races 2023. De 10 postzegels bevatten foto’s met voorbeelden van de types schepen die bij deze 3 evenementen aanwezig zijn. Op de postzegels staat de waardeaanduiding 1 voor post tot en met 20 gram met een bestemming binnen Nederland. Het ontwerp van het postzegelvel Sail Den Helder is van de hand van Maud van Rossum uit Amsterdam. De prijs voor een vel met 10 postzegels is € 10,10.

ONDERWERP 

In Den Helder vindt dit jaar van 29 juni tot en met 2 juli Sail Den Helder 2023 plaats. Het is de 6e keer dat Den Helder de thuishaven is voor dit maritieme evenement. Op Sail Den Helder 2023 worden 300.000 bezoekers verwacht. In de haven en op de kades van Den Helder kunnen zij kennismaken met wat de maritieme sector te bieden heeft: van varend erfgoed en tall ships tot moderne opleidingsschepen en marinevaartuigen. Naast de vele honderden schepen is er aandacht voor maatschappelijke onderwerpen, zoals de energietransitie en de bescherming van het leven op en onder water. Sail Den Helder wordt gecombineerd met de Marinedagen, de open dagen van de Nederlandse Koninklijke Marine. Bovendien is de haven van Den Helder op 1 juli het startpunt voor de Tall Ships Race 2023. Deze race, waaraan naar verwachting een kleine 100 tall ships zullen deelnemen, loopt via Hartlepool (Engeland), Frederikstad (Noorwegen) en Lerwick (Shetland-eilanden) naar Arendal (Noorwegen). De Tall Ships Races zijn bedoeld om jongeren kennis te laten maken met de wereld van de zeevaart en de zeilsport. De helft van de bemanning van de deelnemende schepen bestaat daarom uit jongeren van tussen de 15 en 25 jaar oud.

ONTWERP 

Het postzegelvel Sail Den Helder telt 10 postzegels in 2 verschillende ontwerpen. Aan de linkerzijde van het postzegelvel is de oriëntatie van de postzegels 180 graden gedraaid ten opzichte van die op de rechterzijde. In beide postzegelontwerpen is gebruikgemaakt van foto’s van 2 verschillende zeilschepen. Op het liggende beeld staat aan de rechterzijde, op de tab naast de postzegel, een motorschip van de marine afgebeeld. De perforaties lopen door tot de velrand. Daardoor is het mogelijk elke postzegel samen met de bijbehorende tab uit het vel te scheuren. De typografie op de postzegel loopt als een dubbele winkelhaak tussen de foto’s door. Op de velranden worden alle evenementen genoemd. Bovenaan staat de titel Sail Den Helder 2023, met Marinedagen als ondertitel. Onderaan staat de titel The Tall Ships Races 2023, met in chronologische volgorde alle aanleghavens van deze zeilwedstrijd en de bijbehorende breedtegraad en lengtegraad. De 5 schepen op de postzegels zijn kenmerkend voor de soorten schepen die in juni en juli tijdens Sail Den Helder 2023 aanwezig zullen zijn. De afgebeelde schepen zijn het luchtverdedigings- en commandofregat Zr. Ms. De Ruyter uit 2002 (Nederland), de tweemaster Abel Tasman uit 1913 (Nederland), het tallship Juan Sebastián de Elcano uit 1927 (Spanje), de driemaster ARM Cuauhtémoc uit 1982 (Mexico) en de driemaster Mircea uit 1938 (Roemenië).

TYPOGRAFIE 

Voor de typografie van de teksten is gebruikgemaakt van de Funktional Grotesk uit 2018 van letterontwerper Davide Rossetto uit Zürich.

ONTWERPER 

Het ontwerp van het postzegelvel Sail Den Helder is gemaakt door grafisch ontwerper Maud van Rossum uit Amsterdam. Zij verkende het onderwerp onder meer door een bezoek te brengen aan het Scheepvaartmuseum in haar woonplaats. “Wat mij fascineert aan dit maritieme onderwerp is hoe alles aan boord van die grote schepen reilt en zeilt”, aldus Van Rossum. “De uitdaging was om op 2 verschillende postzegelontwerpen de vele aspecten van het onderwerp terug te laten keren. Niet alleen Sail Den Helder, maar ook de Marinedagen en de Tall Ships Races die eraan zijn gekoppeld.”

Schetsen en ontwerprichtingen Op basis van het beschikbare fotomateriaal maakte Van Rossum allerlei schetsen voor verschillende ontwerprichtingen, ook met toevoegingen van een grafische laag. “Op die manier heb ik gekeken wat er mogelijk was met het fotomateriaal waarover ik kon beschikken. Bijvoorbeeld combinaties met zeekaarten, meridianen, windrozen, Mercatorprojecties en ook met routes die de schepen over zee afleggen. Ook heb ik mogelijkheden onderzocht in hetzelfde beeld uiteenlopende types schepen op te nemen. Dat met het oog op de verschillende activiteiten binnen en buiten het kader van Sail Den Helder 2023.”

Verdieping In de volgende fase werkte Van Rossum haar schetsen verder uit om te beoordelen welke concepten in de praktijk stand hielden. “Soms werd het te druk, wilde ik te veel laten zien. Andere keren probeerde ik alleen met beelden het verhaal te vertellen. Maar ook daarover was ik niet altijd tevreden, juist omdat ik altijd in mijn ontwerpen een verdieping probeer aan te brengen. Dus niet alleen de juiste beelden op een verantwoorde manier combineren, maar het geheel ook te vatten in een overkoepelend verhaal.”

Vertellen van het verhaal Uit de beschikbare beelden is een selectie van foto’s gemaakt om het verhaal over Sail Den Helder, de Marinedagen en de Tall Ships Races te illustreren. Van Rossum: “Mijn voorkeur ging daarbij uit naar beelden met verschillende typen schepen naast elkaar tegen een zo rustig mogelijke achtergrond. Dus geen mensenmassa’s op de kades. Dat zou de aandacht afleiden. En het liefst met mooie Hollandse luchten. Ook wilde ik graag schepen laten zien die daadwerkelijk naar Den Helder komen. Maar in die wereld kan de deelnemerslijst tot op het laatste moment wijzigen, dus daar heb ik van afgezien. Wel kreeg ik harde informatie over de route die de tall ships tijdens hun race zullen afleggen. In het uiteindelijke ontwerp is de aanpak met verschillende typen schepen binnen hetzelfde beeld overeind gebleven, terwijl de route van de tall ships een plek op de velrand heeft gekregen. Met de havens die zij zullen aandoen, aangeduid met de verwachte datum en de lengte- en breedtegraden die hun plek op aarde bepalen. Dat vond ik wel een aardige toevoeging.”

Kijkrichtingen Bij de verdeling van de beelden over het postzegelvel zijn de foto’s van de marineschepen op de tabs links en rechts geplaatst, terwijl de zeilschepen zich op de postzegels zelf bevinden. Van Rossum: “Op die manier is een scheiding aangebracht tussen de verschillende evenementen. Door de kijkrichting op de ene zijde van het vel 180 graden te draaien ten opzichte van de andere zijde, komt er dynamiek in het totaalbeeld. Zo lijkt het op het eerste gezicht alsof er geen 2 maar 10 verschillende postzegelontwerpen zijn.”

Typografische duiding In het ontwerp zijn de oorspronkelijke foto’s zodanig uitgesneden dat de schepen op de postzegels de hoofdrol voor zich opeisen. Op iedere postzegel is bovendien beweging te zien doordat de beelden ten opzichte van elkaar zijn verschoven. “Dat had allereerst een praktisch nut”, zegt Van Rossum. “Het zijn verschillende foto’s, elk met een eigen horizon. Door ze te verschuiven, voorkom ik dat de zichtlijnen optisch op dezelfde of bijna op dezelfde hoogte staan. Ze moeten blijven verschillen. Door de verschuiving ontstond ruimte om op de postzegels de verschillende evenementen in Den Helder typografisch te duiden. De verticaal lopende titel Sail Den Helder dient als scharnierpunt om de horizontale titels van de Marinedagen en de Tall Ships Races te verbinden. Zo vatten zij het verhaal van deze postzegels samen.”

Over de ontwerper Studio Maud van Rossum is een studio voor grafische vormgeving, gevestigd in Amsterdam. De studio heeft een op de inhoud gerichte aanpak. Opdrachtgever en onderwerp staan centraal in het zoeken naar de ideale vorm voor een project. De vormgeving is ingetogen, secuur en dienstbaar waarbij typografie de leidende draad vormt. Creativiteit gaat hand in hand met een praktische inslag. Niet alleen vormgeving, maar ook tekstredactie, beeldredactie, materialisering, planning en productie worden met zorg aangepakt. Studio Maud van Rossum is gespecialiseerd in de vormgeving van boeken en werkt voor uitgeverijen als Architectura & Natura, Athenaeum Polak & Van Gennep, Boom, Lecturis, nai010, Plantage, Thoth en musea als Boijmans van Beuningen, het Bonnefanten, Van Bommel van Dam, het Cuypershuis en het Metropolitan Museum of Art in New York.

Voor PostNL ontwierp Van Rossum de postzegels 200 jaar Mauritshuis (2022), Koningin Máxima 50 jaar (2021) en De eerste atlassen (2020). Samen met Piet Gerards maakte zij eerder de postzegels Werelderfgoed Nederland (2014), Inhuldiging Willem-Alexander (2013) en Heemschut 100 jaar (2011).

Na haar studie aan het Sint Lucas in Boxtel (1992-1996) vervolgde Maud van Rossum (Venlo, 1974) haar opleiding grafisch ontwerpen aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem (1996-2000). Daar kreeg ze les van onder meer Gerard Schilder, Thomas Widdershoven en Pieter Hildering. In 2000 trad ze in dienst bij Piet Gerards Ontwerpers, waar ze talloze boeken heeft vormgegeven. Vanaf 1 juli 2018 heeft Maud van Rossum Piet Gerards Ontwerpers overgenomen en voortgezet onder haar eigen naam.

TECHNISCHE GEGEVENS
Postzegelformaat
40 x 30 mm
Velformaat
122 x 170 mm
Papier
Normaal met fosforopdruk
Gomming
Gegomd
Druktechniek
Offset
Drukkleuren
Cyaan, magenta, geel en zwart
Oplage
80.000 vellen
Verschijningsvorm
Vel van 10 postzegels in 2 verschillende ontwerpen
Ontwerp
Studio Maud van Rossum, Amsterdam
Fotografie
Sail Den Helder
Drukkerij
Koninklijke Joh. Enschedé B.V., Haarlem
Artikelnummer
430861
© 2023 Koninklijke PostNL BV
De postzegels zijn, zolang de voorraad strekt, verkrijgbaar bij het postkantoor in de Bruna-winkels en via www.postnl.nl/bijzondere-postzegels. De postzegels zijn ook telefonisch te bestellen bij de klantenservice van Collect Club op telefoonnummer 088 – 868 99 00. De geldigheidstermijn is onbepaald.


Eerste prijs ‘Het mooiste postzegelvel van 2022’


Eerste prijs ‘Het mooiste postzegelvel van 2022’


Het postzegelvel ‘200 jaar Mauritshuis’ heeft de eerste plek verworven in de verkiezing voor mooiste postzegelvel van 2022. Deze verkiezing werd georganiseerd door Collect Magazine (uitgifte van PostNL).

De Kinderpostzegels van 2022 met daarop Donald Duck-figuren eindigde als tweede (illustratie: Tim Artz uit Nijmegen) en het vel ‘Dag van de postzegel 2022’ (ontwerp: Sandra Smulders) eindigde als derde.


Winnaar Taalboekenprijs 2022


Winnaar Taalboekenprijs 2022


Vertalen in de Nederlanden van de vertaalkundigen Theo Hermans, Cees Koster, Inger Leemans, Ton Naaijkens en Dirk Schoenaers heeft De Taalboekenprijs 2022 gewonnen. Het is de vierde keer dat deze taalboekenprijs is toegekend. Het boek is vormgegeven door studio Maud van Rossum en uitgegeven door Boom Amsterdam.

Vertalen in de Nederlanden is een zeer complete geschiedschrijving van de vertaalpraktijk in de Lage Landen, vanaf de vroege Middeleeuwen tot nu. Het is voor het eerst dat dit brede onderwerp in één publicatie wordt beschreven.

De jury prees het boek om de deskundige aanpak, de volledigheid en de presentatie: ‘De vijf auteurs geven een caleidoscopisch en gedetailleerd beeld van de praktijk van het vertaalbedrijf, met alle actoren, gebeurtenissen en ontwikkelingen die er een bepalende rol in hebben gespeeld.’ ‘Ook aan de vormgeving en de illustraties is veel zorg besteed.’

Juryrapport Taalboekenprijs 2022
De taalboekenprijs van Onze Taal, het Algemeen-Nederlands Verbond en dagblad Trouw, is een prijs voor het beste taalboek van het afgelopen jaar – een boek dat bedoeld is voor een breed publiek, en dat oorspronkelijk, goed geschreven en taalkundig relevant is. De prijs wordt dit jaar voor de vierde keer uitgereikt. De groslijst, oftewel longlist, bevatte zo’n vijftien titels, en dat is wat minder dan de afgelopen jaren. Desondanks kostte het geen enkele moeite om tot een aantrekkelijke en gevarieerde shortlist van vijf kwalitatief hoogstaande publicaties te komen. In alfabetische volgorde waren dat:

  • Atlas van het dialect in Vlaanderen van Johan De Caluwe e.a. Een aantrekkelijk en onderhoudend lees- en bladerboek over de rijkdom van het Vlaamse dialectlandschap. (Lannoo)

  • Grote geschiedenis van de Nederlandse taal van Jelle Stegeman. Een lijvige en veelomvattende studie van hoe het Nederlands zich door de eeuwen heen gevormd heeft. (Amsterdam University Press)

  • Tot in de puntjes … van Miet Ooms. Een gids voor het gebruik van leestekens, en tegelijkertijd een leesboek over de geschiedenis en ontwikkeling van onze interpunctie. (Sterck & De Vreese)

  • Vertalen in de Nederlanden van Ton Naaijkens e.a. Vijf experts geven een beeld van de vertaalpraktijk in de Lage Landen door de eeuwen heen. (Boom)

  • Zeven talen in zeven dagen van Gaston Dorren. Hoe tem je een nieuwe vreemde taal? Door ze te vergelijken met de talen die je al kent. (Athenaeum–Polak & Van Gennep)

Vijf bijzondere taalboeken, die de jury met veel plezier gelezen heeft, en die eigenlijk alleen als overeenkomst hadden dat ze nogal van elkaar verschilden – qua onderwerp, maar vooral ook qua aanpak: van het inzoomen op punten en komma’s tot brede overzichten die vele eeuwen beslaan. Dat belette de jury niet om eensgezind tot een overtuigende winnaar te komen: een indrukwekkende geschiedschrijving, gedegen én informatief, met aandacht voor de grote lijnen en de kleine details, waarin een boeiend en veelzijdig beeld wordt geschetst van de rijke vertaalcultuur in de Lage Landen vanaf de Middeleeuwen: Vertalen in de Nederlanden, van vijf prominente vertaalkundigen: Theo Hermans, Cees Koster, Inger Leemans, Ton Naaijkens en Dirk Schoenaers.

Vertalen in de Nederlanden is een zeer complete geschiedschrijving van de vertaalpraktijk in de Lage Landen, vanaf de vroege Middeleeuwen tot nu – het is voor het eerst dat dit brede onderwerp in één publicatie wordt beschreven. En als daar één ding uit duidelijk wordt, dan is het wel het grote belang van vertalingen voor de vorming van onze cultuur en taal. Vertalingen ontsluiten andere culturen voor ons, ze verbreden ons wereldbeeld en verrijken onze taal. De rol van vertalers en tolken als overbrengers van kennis en ideeën is dus veel groter dan veel mensen zich realiseren. De vijf auteurs van Vertalen in de Nederlanden weten dit zeer goed duidelijk te maken. Ze leggen daarbij het zwaartepunt bij de vertaling van literaire en wetenschappelijke teksten, maar uiteraard komt ook de Bijbel aan de orde.

De vijf hoofdstukken geven samen een caleidoscopisch en gedetailleerd beeld van de praktijk van het vertaalbedrijf, met alle actoren, gebeurtenissen en ontwikkelingen die er een bepalende rol in hebben gespeeld. Al die informatie wordt zeer toegankelijk gepresenteerd. De vele voorbeelden zijn goed gekozen en vaak verrassend; de besprekingen daarvan zijn helder en ter zake. Ook aan de vormgeving en de illustraties is veel zorg besteed.

Dit is, kortom, een boek dat het verdient om ver buiten de (ver)taalwereld gelezen te worden!

De jury bestond uit:

  • Nelleke Noordervliet (juryvoorzitter) – schrijfster en bestuurslid van Onze Taal

  • Ton den Boon – hoofdredacteur Van Dale en taalcolumnist bij dagblad Trouw

  • Peter Debrabandere – hoofdredacteur Neerlandia, namens het ANV

  • Vibeke Roeper – directeur Genootschap Onze Taal

  • Geertje Slangen – taalraadsvrouw bij de VRT


“Ook aan de vormgeving en de illustraties is veel zorg besteed.”



Artikel in Vogue Magazine


Vogue, April 15, 2022

“A Sneak Peek at the Catalog for the Met’s In America: A Lexicon of Fashion Exhibition”

by Laird Borrelli-Persson

In America. A Lexicon of Fashion
By Andrew Bolton and Amanda Garfinkel
with Jessica Regan and Stephanie Kramer
Photographs by Anna-Marie Kellen
Designed by Willem van Zoetendaal and assisted by Maud van Rossum
Printed and bound by Trifolio Srl
Published by the Metropolitan Museum of Art, 2022
Hardcover, 272 pages, 30,6 x 24,5 cm
ISBN 9781588397348


May might as well be called Met Month in fashion. The Met Gala, introducing “In America: An Anthology of Fashion,” the second part of the Costume Institute’s exhibition on homegrown style, will take place on May 2. Later in the month the catalog for the first part, In America: A Lexicon of Fashion, will be released.

The organizing framework for “In America: A Lexicon of Style,” which opened in 2021 and was recently refreshed, is an American patchwork quilt, an object that’s both wondrous and humble, and combines art and thriftiness. The design of the exhibition and the catalog—of which you’re getting a sneak peek here—is straightforward and compartmentalized, allowing the clothes to speak for themselves and contain their own narratives.

Anna-Marie Kellen, associate chief photographer in the Met’s Imaging Department, has photographed selected looks from “Lexicon” on unadorned mannequins, in a way that highlights the objectness and construction of the garments. They are then contextualized by the words that Andrew Bolton, Wendy Yu Curator in Charge of the Costume Institute, and assistant curator Amanda Garfinkel, have assigned to each look.

Over the past two years of COVID and protests, it’s become clear that how we talk about things, and what words we use, really do matter. The idea of “Lexicon” was first to identify the overarching feelings evoked by American fashion—like nostalgia, belonging, exuberance, joy, etc.—and then group designs into each category. Next, each look was assigned a single, expressive word. The cover of the catalog features a hand-painted sunset by Conner Ives, which they designated as an example of “reverence;” Stephen Burrows’s colorful, body-loving jersey knits are synonymous with “vibrancy.”

“While curators usually strive for a certain level of objectivity in their endeavors,” Bolton writes in the catalog, “we felt justified on this occasion to indulge in such a subjective exercise, given that our aim was to arrive at a modern vocabulary of American fashion based on its expressive qualities. Fashion is so familiar, so accessible, and so ubiquitous to our experience that it is open to a wide range of interpretations.” His hope is that visitors and readers will further expand the vocabulary around American fashion.

When the Costume Institute was founded 75 years ago, American fashion was just beginning to define itself as a native expression, rather than as an interpretation of Parisian styles. Over time, U.S. fashions became associated not only with sportswear and separates, but qualities like practicality and function, and, notes Bolton, the emotive aspects of fashion were assigned to European creation. The curator believes this is an outmoded way of thinking about American fashion and its creators, many of whom are passionately involved with the issues of the day, such as sustainability, gender, and social justice.

Paging through, it’s interesting to observe the different kinds of conversations taking place in “Lexicon.” If Bonnie Cashin’s hands-free dressing and Diane von Furstenberg’s easy-on-easy-off wrap dressed spoke to the lifestyle and needs of the liberated American woman—a relatively “light” subject—the work of a new and vastly more diverse generation of designers that includes Willy Chavarria and Denim Tears’s Tremaine Emory, speaks to weightier topics, acknowledging the historical and personal experiences of Black and brown Americans, while looking to the future, or commenting on current events.

The catalog and exhibition include examples of designers talking among themselves, as well. See Tom Ford’s homage to Charles James’s draping, and Michael Kors’s and Marc Jacobs’s nods to Norman Norell’s sequined mermaid dresses. There is also a dialogue within fashion history. The aesthetics of the early aughts are all the rage at the moment, but “Lexicon” documents the impact of the art-ier New York brands of that era—including Susan Cianciolo, Miguel Adrover, Imitation of Christ, and Threeasfour—who can now be appreciated not only for being “different,” but also prescient. Their independent voices helped start a conversation that others are continuing, and broadening, today.

© www.vogue.com

“We were drawn to the simplicity and elegance of Willem van Zoetendaal’s book designs,” says assistant curator Amanda Garfinkel. “His arrangement of the text and images in this catalogue follows the logic of an illustrated dictionary, which suits the lexicon concept beautifully.”


Een voorproefje van het Verhaal van Gelderland

Een voorproefje van het Verhaal van Gelderland

In het najaar van 2022 verschijnt de vierdelige boekenreeks Verhaal van Gelderland. Een uitgave van Boom Amsterdam en vormgegeven door Studio Maud van Rossum. Een lijvige uitgave, bestaande uit zo’n 1560 pagina’s verdeeld over vier paperbacks. De boeken zullen straks afzonderlijk en als serie in de (online) boekhandels te verkrijgen zijn. Als voorproefje stelde Erfgoed Gelderland een previewmagazine samen: een tijdschrift dat alvast een inkijkje biedt.

Onthulling van het previewmagazine
Tijdens de eerste zomertoerdag van de Verhaal van Gelderland Zomertoer op 18 juni in Apeldoorn vertelde hoogleraar Gelderse geschiedenis Dolly Verhoeven over de te verschijnen vierdelige boekenreeks. Het eerste exemplaar van het previewmagazine werd overhandigd aan wethouder Peter Messerschmidt.

Fragmenten als voorproefje
In het previewmagazine zijn delen van enkele hoofdstukken uit de boeken opgenomen. Bij de keuze is gelet op de spreiding van tijd, thema en locatie. In vier fragmenten spring je zo door de complete (ontstaans)geschiedenis van Gelderland. De fragmenten zijn door respectievelijk  Paul van der Heijden, Rudolf Bosch en Johan Oosterman, Toon Bosch en Jonn van Zuthem.

Lokale verhalen en interviews met de makers
Verder zijn er lokale verhalen en interviews met enkele makers van de boekenreeks opgenomen. Dolly Verhoeven, hoofdredacteur van Verhaal van Gelderland, vertelt hoe het plan om een vierdelige boekenreeks te maken tot stand kwam. Beeldredacteur Jochem van Eijsden en de kaartenmakers Marjolein Haars en Nico Willemse blikken terug op het maakproces en hun aandeel in het Verhaal van Gelderland.

De previewmagazines worden tijdens de Verhaal van Gelderland Zomertoer uitgedeeld.
Meer informatie over de Zomertoer is hier te vinden.


Best Verzorgde Boeken 2021


Best Verzorgde Boeken 2021


Stichting De Best Verzorgde Boeken viert ieder jaar het beste dat de grafische sector voortbrengt: 33 boeken die met hart en ziel zijn gemaakt. Boeken die zich sterk onderscheiden in de combinatie van zeer goed ontwerp, opdrachtgeverschap en kwalitatief hoogstaande lithografie, druk en bindwijze. De jurering vindt ieder jaar eind januari plaats.

In het najaar van 2022 zullen de 33 bekroonde boeken van 2021 geëxposeerd worden in het Stedelijk Museum Amsterdam. Bij deze expositie zal een catalogus met de prijswinnende boeken verschijnen, die dit jaar wordt vormgegeven door ontwerpersduo PutGootink. De technische gegevens bij ieder boek (denk aan materiaal, bindwijze, druktechnieken, enzovoorts) worden ook dit jaar weer verzorgd door Esther Krop en studio Maud van Rossum.

De jury van de Best Verzorgde Boeken bestond dit jaar uit Edwin van Gelder (ontwerper), Stefano van der Knaap (creative director bij drukkerij Zwaan Lenoir), Astrid Vorstermans (eigenaar/directeur uitgeverij Valiz), Sarah van Binsbergen (kunstjournalist en recensent) en Thomas Castro (conservator Grafische Vormgeving Stedelijk Museum Amsterdam/ontwerper).

Uitgevers, opdrachtgevers, grafisch ontwerpers, drukkers en binders stuurden in totaal 328 boeken in. Deze zijn beoordeeld op hun onderscheidend vermogen op het terrein van inhoud, ontwerp, beeldbehandeling, typografie, materiaalkeuze, druk en bindwijze.

——-

Zie voor een lijst met de bekroonde boeken: www.bestverzorgdeboeken.nl


Boekrecensie Leon Battista Alberti in de Volkskrant


de Volkskrant, 4 juni 2022

‘Leon Battista Alberti heeft ons denken over architectuur gevormd. Eindelijk is zijn levenswerk in vertaling te lezen’

door David Rijser

★★★★☆

Leon Battista Alberti: Over de bouwkunst
Uit het Latijn vertaald door Gerard Bartelink
Met een nawoord door Koen Ottenheym
Boom Uitgevers Amsterdam, 2022
Genaaid gebonden papier band met stofomslag
24 x 16 cm, 616 pagina’s
ISBN 978 90 2444 682 7
Vormgeving: Studio Maud van Rossum


Hoe creëer je een ideale leefomgeving? Over de bouwkunst van Leon Battista Alberti is van grote invloed geweest op onze ideeën over bouwen. Voor het eerst is dit 15de-eeuwse werk beschikbaar voor een Nederlands publiek, in een smetteloze editie.

Het is opmerkelijk dat nú pas een Nederlandse vertaling verschijnt van Over de bouwkunst van Leon Battista Alberti, geschreven rond 1450. De re aedificatoria, zoals de oorspronkelijke Latijnse titel luidt, is al een half millen­nium een ijkpunt voor architectuur en urbanistiek, zo laat architectuurhistoricus Koen ­Ottenheym zien in zijn voortreffelijke nawoord. En Nederland is een land van bouwers en stadsplanners bij uitstek. Over de bouwkunst beschrijft de creatie in theorie en praktijk van een ideale leefomgeving die, zoals Alberti op allerlei manieren laat zien, functioneel, gezond en aantrekkelijk moet zijn.

Juist in Nederland is de invloed van Alberti’s ‘doorgecomponeerde’ visie op bouwen groot geweest. De hoofdstad Amsterdam pronkt met een grachtengordel die bedoeld was als de symmetrische, functionele reflectie van de kosmische orde, ingebed in de lokale omgeving. Die gedachte sluit naadloos aan bij wat Alberti in zijn vierde boek aanraadt: de bebouwing aanpassen aan de aard van de bouwplaats en daarbij uitgaan van de noodzaak, het praktische nut en het gebruik, zonder daarbij het genieten uit het oog te verliezen. Ook vergelijkt Alberti zijn hele traktaat lang gebouwen en hun stedelijke verband met lichamen, en relateert die menselijke maat aan de mathematische proporties van de kosmos. Precies het principe waarop Jacob van Campen het gebouw ontwierp dat lang het bekendste van de Lage Landen was, ja zelfs een van de bekendste in Europa: het Amsterdamse stadhuis (nu het Paleis op de Dam) uit het midden van de 17de eeuw.

Maar ook op andere manieren past Over de bouwkunst bij wat op het eerste gezicht typische Nederlandse tradities lijken. Als Alberti esthetisch genot noemt, voegt hij er direct aan toe dat elk genot terug dient te schrikken voor ‘uitwas’. Dat doet dan weer sterk denken aan een heel andere bloeitijd van het Nederlandse bouwen, de geometrische functionaliteit van Rietveld en De Stijl in de 20ste eeuw. Alberti’s ornamenten, zijn versieringen, zijn te begrijpen als uitingen van de zuiver structurele functies van zijn gebouwen. Zuilen bijvoorbeeld, zijn voor hem onderdeel van een muur. In het algemeen is zijn houding ten aanzien van versiering en ornamentiek spartaans op een manier die wonderwel lijkt aan te sluiten bij de protestantse no-nonsense van De Stijl en de Nieuwe Zakelijkheid.

Alleskunner
Leon Battista Alberti was een bastaard uit een aanzienlijke Florentijnse familie in ballingschap. Die achtergrond heeft zonder twijfel bijgedragen aan de tomeloze energie en ambitie die hem karakteriseren. Jacob Burckhardt noemde Alberti in 1860 mede daarom een uomo universale, een alleskunner, en hees hem op het schild als de archetypische renaissanceman. Inderdaad komt Alberti in een biografie uit zijn eigen tijd (of autobiografie, het auteurschap is onzeker) al naar voren als een echt haantje-de-voorste. Hij was niet alleen musicus, tekenaar, ontwerper en mathematicus, maar ook sportman en krachtpatser – hij kon bijvoorbeeld in een kerk muntjes zo hoog opgooien dat je ze hoorde ketsen tegen het koepelgewelf.

Maar opmerkelijk genoeg zijn van zijn kunstzinnige productie alleen een paar briljante architectonische projecten bewaard, zoals de bij veel Nederlandse toeristen bekende façade van de Santa Maria Novella in Florence. Die productie valt in het niet in vergelijking met zijn enorme literaire oeuvre. Bij nadere beschouwing blijkt de universele kunstenaar vóór alles een schrijver in Latijn en Italiaans van dialogen, traktaten, aforismen en drama.

Levenswerk
Na een zeer gedegen humanistenopleiding in Padua maakte Alberti carrière aan de curie in Rome, waar hij als latinist werkte. Meer dan anderen realiseerde hij zich daar het belang van de beeldende kunsten, architectuur en stadsplanning voor het programma van renovatie en restauratie dat de pauselijke staat aan het uitvoeren was. Dit vond zijn weerslag in technische traktaten over de schilderkunst en de beeldhouwkunst, gevolgd door wat als zijn levenswerk geldt, dat over de bouwkunst.

Dat boek gaf niet alleen aanzet en blauwdruk voor de frenetieke architectonische activiteiten die de pausen mede door juist deze tekst gingen ondernemen – activiteiten die op hun beurt uiterlijk en structuur van Europa’s hoofdsteden blijvend hebben beïnvloed. Het boek is anderzijds ook zelf weer het gevolg van een architecturaal huzarenstuk. Want toen Alberti, eenmaal succesvol geworden in Rome, tijdelijk terugkeerde in Florence, was hij daar getuige van de bouw van de magistrale koepel op de kathedraal onder leiding van meesterarchitect Brunelleschi. Van de symbolische zeggingskracht van die koepel als letterlijk centrum en hoogtepunt van de Florentijnse stadstaat bevat Over de bouwkunst in feite een theoretische en praktische toelichting, omdat het laat zien hoe belangrijk bouwen is als uitdrukking van jezelf, je pretenties en je idealen.

Een bouwwerk van woorden
De virtuele, want verbale demonstratie van wat bouwen vermag in Over de bouwkunst leunt zwaar op de klassieke oudheid, die in Rome nog in puin lag, maar die in Florence dankzij de inspanningen van kunstenaars als Brunelleschi weer oprees. Maar hoe moest dat, nu er van de klassieke oudheid haast niets meer over was? In een van zijn dialogen merkt Alberti op dat de grote antieke schrijvers in feite een tempel hebben gebouwd: hun teksten vormen immers een virtueel bouwwerk waarin de cultuur en beschaving hun toevlucht hebben genomen. Elders legt hij dan weer uit dat de levendige beschrijvingen uit antieke literaire teksten door de beeldende kunstenaars opnieuw in beeld kunnen worden omgezet, nu de kunsten in een nieuwe bloeiperiode zijn beland. Zulke passages laten goed zien dat de analogie tussen de virtuele wereld van de woorden en de realiteit van het bouwen, schilderen en vormgeven Alberti’s werkelijke thema is.

Ondanks de soevereine heerschappij van Brunelleschi’s koepel waren Florence en Rome in Alberti’s tijd een chaos, getuige contemporaine stads­gezichten. Het is juist die chaos waar Alberti’s rationele arendsoog orde in wil scheppen, niet alleen op grond van praktische observatie, maar ook en vooral op grond van de klassieke bronnen. In de eerste plaats zijn dat de tien boeken over de bouwkunst van de Romeinse bouwmeester Vitruvius uit de tijd van keizer Augustus. Maar net zo belangrijk is het concept van stilistisch evenwicht door het vervlechten en versnijden van verschillende stijlregisters en figuren tot een uitgebalanceerd geheel uit Cicero, en vooral de stilistische normen uit Horatius’ Ars Poetica.

Het juiste evenwicht
Precies zoals Horatius adviseert, draait alles bij Alberti om decorum: het juiste evenwicht, waarvan de kern is dat de vorm en de inhoud maximaal overeenstemmen. Daaruit vloeit Alberti’s schoonheidsbegrip voort: ‘de beredeneerde harmonie (…) tussen de delen en het geheel zodanig dat niets kan worden toegevoegd, weggehaald of veranderd zonder dat het geheel daar lelijker van wordt’.

Alberti zou gruwen van heel wat recente, bewust onregelmatige architectuur (denk eens aan het Groninger Museum). Maar de afwisselende orde – zowel in de afzonderlijke gebouwen als in hun stedelijke coördinatie – die het gezicht van de Europese hoofdsteden is gaan bepalen, is een direct gevolg van dit boek.

Alberti’s zelfontworpen embleem was een door vlammen omstuwd gevleugeld oog. Als het oog van God dat alles met soevereine blik overziet, had Alberti’s mensenoog, zo wilde hij doen geloven, vleugels gekregen en kon het als een joint strike fighter boven het aardse gewurm vliegen. De zelfbewuste beschouwer neemt de wereld de maat en ziet de dingen in verhouding dankzij zijn intellectuele vorming uit de oudheid. Vandaar de woorden quid tum ernaast, ‘wat doet het ertoe’. Wat doet het ertoe dat we aards en sterfelijk zijn! Het kunstenaarsoog kan door talent en inspanning vleugels krijgen, en de wereld overzien en ordenen. Wij denken daar nu, ontgoocheld door de fiasco’s van het totalitarisme, genuanceerder over. Juist daarom is het goed Over de bouwkunst in een smetteloze editie te kunnen lezen.


BOEK & ZO: Bijzonder postzegelnieuws

Bijzonder postzegelnieuws

Twee eeuwen geleden opende het Mauritshuis in Den Haag haar deuren. Ter ere van dit jubileum geeft PostNL het postzegelvel 200 jaar Mauritshuis uit, met zes prachtige postzegels over de beroemde 17-eeuwse bloemstillevens uit de museumcollectie.

Sprankelend ontwerp

Het postzegelvel is ontworpen door Maud van Rossum uit Amsterdam. Voor haar ontwerpen liet ze zich eerst inspireren door de website van het Mauritshuis waarop het gehele museum digitaal te bezoeken is. Zo kon ze, vanaf haar bank, een eerste blik werpen op ieder bloemstilleven uit de collectie. Later bewonderde ze de ontzagwekkende stillevens in het museum zelf. Daar zag ze met eigen ogen elke penseelstreek van de schilders, en ieder detail van de prachtige bloemen op de magnifieke schilderijen. De composities waren de leidraad voor Mauds sprankelende en kleurrijke postzegelvel. Hierop zijn boeketten uit vijf schilderijen terechtgekomen, die samen één nieuw bloemstilleven vormen. De lichte postzegels zorgen voor een mooi contrast met de donkere achtergrond van de velrand, waardoor in z’n geheel een fris en eigentijds ontwerp is ontstaan.

In Volle Bloei

De mooiste bloemstillevens uit de collectie van het Mauritshuis zijn te bewonderen in de tentoonstelling In Volle Bloei die geopend is op l0 februari. Naast de schilderijen is, ter gelegenheid van het 200-jarig jubileum, op en rond het Mauritshuis een bloeminstallatie te zien. Aan de gevel pronken allerlei soorten duurzame imitatiebloemen uit voorjaar, zomer en herfst, net als in de ‘onmogelijke boeketten’ op de stillevens uit de l7e eeuw.

Over het Mauritshuis

Vermeers Meisje met de parel, De stier van Paulus Potter, Twee Afrikaanse mannen van Rembrandt en Fabritius’ Het puttertje. Het zijn enkele van de wereldberoemde schilde-rijen die altijd te zien zijn in het Mauritshuis. Nergens in Nederland vind je zo veel indrukwekkende schilderijen per vierkante meter als in dit museum in Den Haag. De Nederlandse 17-eeuwse schilderkunstcollectie is dan ook wereldberoemd. In 1822 wees koning Willem het stadspaleis in Den Haag aan als museum voor de koninklijke schilderijen-verzameling. En precies 200 jaar later floreert het Mauritshuis nog steeds!

Dit artikel verscheen  in het voorjaar van 2022 in het blad BOEK & ZO, een cadeaumagazine van Bruna (een uitgave van Audax Retail BV)