Studio Maud van Rossum ontwerpt postzegelvel voor koningin Máxima


Koningin Máxima 50 jaar


DOOR ONNO JAGER, POSTNL MARKETING, 17 MEI 2021

UITGIFTE

Ter gelegenheid van de verjaardag van koningin Máxima brengt PostNL op 17 mei 2021 het postzegelvel Koningin Máxima 50 jaar uit. Het vel telt 4 postzegels van 36 x 25 mm en 1 postzegel van 36 x 50 mm. Op de postzegels staat de waardeaanduiding 1 voor post tot en met 20 gram met een bestemming binnen Nederland.

ONDERWERP 

Máxima Zorreguieta wordt op 17 mei 1971 geboren in Buenos Aires in Argentinië. Zij studeert in 1995 af in de studierichting Economie aan de Universidad Católica Argentina en werkt daarna in verschillende functies bij financiële instellingen in Buenos Aires, New York en Brussel. In 2002 trouwt zij met prins Willem-Alexander. Als echtgenote van inmiddels koning Willem-Alexander ondersteunt koningin Máxima sinds 2013 het staatshoofd bij het vervullen van zijn taken en van zijn samenbindende, vertegenwoordigende en aanmoedigende rol in de samenleving. Daarnaast heeft zij representatieve werkzaamheden, zoals het vertegenwoordigen van het Koninklijk Huis bij officiële gelegenheden in alle sectoren van de samenleving. Koningin Máxima heeft zitting in de Raad van State en vervult diverse andere functies in binnen- en buitenland. Zo is zij erevoorzitter van het platform Wijzer in geldzaken, speciale pleitbezorger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor inclusieve financiering voor ontwikkeling, lid van het Comité voor Ondernemerschap, erevoorzitter Platform Ambassadeurs Méér Muziek in de Klas en beschermvrouwe van onder meer de Prins Claus Leerstoel, het Oranje Fonds en Scouting Nederland.

ONTWERP 

Alle foto’s op de 5 postzegels van de uitgifte Koningin Máxima 50 jaar zijn met een witruimte eromheen geplaatst. De postzegel links met een zwart-wit portret van koningin Máxima is 36 x 50 mm groot. Op de 4 andere postzegels van 36 x 25 mm staan kleurenfoto’s van haar als koningin, erevoorzitter, beschermvrouwe en speciale pleitbezorger. Iedere kleurenpostzegel wordt doorsneden door smalle, geknikte lijnen in de kleuren van de Nederlandse vlag. Op de grote postzegel keert een deel van deze zigzaglijn terug. De witte driehoek links op de postzegels biedt ruimte voor de waardeaanduiding 1, de landsaanduiding Nederland en de sorteerhaak. De titel van het postzegelvel is verdeeld over de velrand links en boven. Op de bovenste en onderste velrand, in de kleuren rood en blauw van de Nederlandse vlag, zijn de bijschriften bij de foto’s opgenomen. De foto’s staan in chronologische volgorde van links naar rechts, in dezelfde richting als de punten van de zigzaglijnen.

TYPOGRAFIE 

Voor de typografie van de teksten is gebruikgemaakt van de Quadraat Pro (1992) en de Quadraat Sans Pro (1997) van de Nederlandse letterontwerper Fred Smeijers.

ONTWERPER 

Het postzegelvel Koningin Máxima 50 jaar is niet het eerste postzegelontwerp van grafisch ontwerper Maud van Rossum over het Koninklijk Huis. Ook de postzegel Inhuldiging Willem-Alexander werd door haar ontworpen, toen samen met collega-ontwerper Piet Gerards. Er is een belangrijk verschil tussen beide postzegels: de inhuldigingspostzegel uit 2013 is typografisch van karakter, bij deze verjaardagspostzegel uit 2021 is de fotografie leidend. “Het is altijd speciaal als je wordt gevraagd voor het ontwerp van een postzegel, maar een koninklijke postzegel is extra bijzonder”, zegt Van Rossum. “Niet alleen vanwege het onderwerp, maar ook omdat bij het ontwerptraject zo veel verschillende partijen betrokken zijn. Ik heb bewondering voor de wijze waarop koningin Máxima haar rol als koningin vervult. Zij staat dicht bij de mensen, is geen volgzaam type en heeft haar eigen agenda en standpunten. Dat is mooi om te zien. En om in beeld te brengen.”

Eerst schetsen Doorgaans zijn bij dit soort opdrachten de foto’s bepalend voor de ontwerprichting. Voor Koningin Máxima 50 jaar bewandelde Van Rossum de omgekeerde weg. “Om te voorkomen dat ik mijzelf door de kracht van de beelden zou beperken. Zeker omdat ik graag dynamiek in het ontwerp wilde brengen. Ik wilde de foto’s niet netjes naast elkaar zetten zoals in een fotoboek. Want dan vloeien ze in elkaar over, spreken ze minder. Eerst ben ik zonder foto’s schetsjes gaan maken van boeiende indelingen. Bijvoorbeeld door te experimenteren met allerlei elementen om spanning erin te brengen. Door te kijken hoe ik de kleuren van de Nederlandse vlag anders dan normaal zou kunnen toepassen. Na tientallen schetsjes kwam ik met een paar ontwerpvoorstellen om de volgende stap met echte foto’s te kunnen maken. PostNL koos direct voor het voorstel met de zigzaglijn. Ook mijn favoriet, dus we waren het eens over de koers.”

180 graden draaien De zigzaglijn dient onder meer als overgang tussen de fotografie en de basisinformatie die op postzegels hoort, zoals jaartal en sorteerhaak. Van Rossum: “De typografie staat fris, helder en goed leesbaar in het witte vlak. De zigzaglijn scheidt de ontwerpelementen van elkaar en verbindt ze tegelijkertijd. De exacte loop van de lijn is door de druktechniek bepaald. De meeste postzegelvellen worden koud tegen elkaar gedrukt en vervolgens op de scheidslijn losgesneden. Dit betekent dat je geen aflopende beelden kunt maken. Je moet altijd een millimeter of anderhalf afstand tot de rand houden. Tenzij je een ontwerpelement gebruikt dat bij het drukken op het volgende velletje kan doorlopen. De oplossing was de zigzagvorm. Met deze vorm kun je de lijn laten aansluiten op de lijn op het volgende postzegelvelletje als je dat 180 graden draait.”

Selectiecriteria In nauw overleg met PostNL formuleerde Van Rossum haar criteria om de foto’s voor het postzegelvel te kiezen. “Uiteraard mag de koninklijke waardigheid niet in het geding komen, maar verder kreeg ik veel vrijheid. Ik kon combinaties maken van formele en informele foto’s, ook een privéfoto was mogelijk. Voor de hand liggende beelden wilde ik zeker niet. Geen groepsfoto’s, geen staatsieportretten, geen toespraken achter een spreekgestoelte en zeker geen begroetingen met bloemetjes. In plaats daarvan zocht ik foto’s van koningin Máxima die haar betrokkenheid tonen in de verschillende functies die zij bekleedt. Het liefst gebruik je dan foto’s van 1 fotograaf om in dezelfde stijl te kunnen blijven.”

Enorm arsenaal Van Rossum keek naar fotografen die in het Koninklijk Huis zijn gespecialiseerd. “Robin Utrecht sprong eruit. Niet alleen heeft hij een enorm arsenaal aan foto’s, ook de kwaliteit van de beelden is gewoon goed. Zijn aanbod is heel divers en zijn foto’s stralen uit dat hij van heel dichtbij kan fotograferen. In zijn foto’s weet hij heel goed de essentie van koningin Máxima te vangen. Bij elk onderwerp dat ik wilde belichten, kon ik bij hem de juiste beelden vinden. De 4 kleurenfoto’s zijn dan ook door Robin gemaakt.”

Kleurenfoto’s Koningin Máxima vervult een reeks aan functies. Van Rossum koos de voor haar meest sprekende om te belichten. “Bovenal is zij koningin. Vandaar dat ik als eerste kleurenfoto de foto van de inhuldiging in 2013 heb gekozen. Het is een kantelpunt in haar leven, het begin van haar werk als koningin. De foto eronder wilde ik vanwege de symboliek van het koninklijk drietal. Koningin Máxima is beschermvrouwe van het Oranje Fonds, koning Willem-Alexander is beschermheer en prinses Beatrix heeft het bronzen beeldje gemaakt dat samen met het Appeltje van Oranje wordt uitgereikt. De hellingshoek van het portret loopt ook mooi parallel met de zigzaglijn. Bij de foto van Méér Muziek in de Klas spat het plezier ervan af. Dat hoort ook bij dit onderwerp. Het is een heerlijk spontane foto, met een grafisch interessante achtergrond. De foto op de postzegel rechtsonder illustreert haar internationale betrokkenheid. Koningin Máxima is hier echt aan het werk. Op de foto is duidelijk zichtbaar hoe zij oprecht belangstelling heeft voor degenen met wie zij in contact komt.”

Zwart-witfoto Vanaf het begin speelde Van Rossum met het idee de grote postzegel te gebruiken voor een privéfoto. “Lang heb ik het idee gehad om daarvoor een foto van koningin Máxima met haar drie dochters te gebruiken. Ze is tenslotte ook moeder. Op een gegeven moment keek ik de coronatoespraak van koning Willem-Alexander terug. In de boekenkast van zijn werkkamer was een lijstje te zien met een mij onbekende zwart-witfoto van koningin Máxima. Dat beeld fascineerde mij. Ik heb gezocht, maar kon de foto nergens vinden. Toen heb ik toestemming gevraagd om die foto te gebruiken, als klein inkijkje in hun privéleven. En die toestemming kwam er. Het is een prachtig beeld, heel intiem. Ik denk niet dat ooit een koningin zo op een postzegel is afgebeeld.”

Over de ontwerper Na haar studie aan het Sint Lucas in Boxtel (1992-1996) vervolgde Maud van Rossum (1974) haar opleiding grafisch ontwerpen aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem (1996-2000). Daar kreeg ze les van onder meer Gerard Schilder, Thomas Widdershoven en Pieter Hildering. In 2000 trad ze in dienst bij Piet Gerards Ontwerpers, waar Van Rossum talloze boeken heeft vormgegeven voor uitgeverijen zoals Vantilt, NAi en 010 (het huidige nai010), Bas Lubberhuizen, Lecturis en Athenaeum-Polak & Van Gennep. Op 1 juli 2018 nam zij Piet Gerards Ontwerpers over en zette de studio voort onder haar eigen naam op een nieuwe locatie in Amsterdam. Studio Maud van Rossum heeft een op de inhoud gerichte aanpak. Opdrachtgever en onderwerp staan centraal in het zoeken naar de ideale vorm voor elk project. De vormgeving is ingetogen, secuur en dienstbaar, met typografie als leidende draad. Van Rossum is verder actief in De Monsterkamer in Amsterdam, een fysiek en digitaal platform voor papier en drukwerk, opgezet door Esther Krop. Daar geeft ze papieradvies aan bezoekers, werkt ze aan een online papierdatabase voor grafische professionals en assisteert ze bij het organiseren van expert meetings.
De jarenlange ervaring in het boekenvak en de kennis van papier zet Van Rossum, samen met Esther Krop, sinds 2015 in voor De Best Verzorgde Boeken. In opdracht van deze stichting verzamelen ze jaarlijks alle technische gegevens van de bekroonde boeken ten behoeve van de catalogus. In 2020 maakte Maud van Rossum in opdracht van PostNL het ontwerp voor het postzegelvel De eerste atlassen. Bij Piet Gerards Ontwerpers werkte zij onder meer mee aan de postzegels Werelderfgoed Nederland (2014), Inhuldiging Willem-Alexander (2013) en Heemschut 100 jaar (2011).

TECHNISCHE GEGEVENS
Postzegelformaat
4 postzegels van 36 x 25 mm
en 1 postzegel van 36 x 50 mm
Velformaat
144 x 75 mm
Papier
Normaal met fosforopdruk
Gomming
Synthetisch
Druktechniek
Offset
Drukkleuren
Cyaan, magenta, geel en zwart
Oplage
100.000 vellen
Verschijningsvorm
Vel van 5 postzegels in 5 verschillende ontwerpen
Ontwerp
Studio Maud van Rossum, Amsterdam
Fotografie
Robin Utrecht, Rotterdam
Drukkerij
Koninklijke Joh. Enschedé B.V., Haarlem
Artikelnummer
410462
© 2021 Koninklijke PostNL BV
Bron biografische gegevens koningin Máxima: koninklijkhuis.nl
De postzegels zijn, zolang de voorraad strekt, verkrijgbaar bij alle verkooppunten van PostNL, het postkantoor in de Bruna-winkels en via www.postnl.nl/bijzondere-postzegels. De postzegels zijn ook telefonisch te bestellen bij de klantenservice van Collect Club op telefoonnummer 088 868 99 00. De geldigheidstermijn is onbepaald.


Derde prijs ‘Het mooiste postzegelvel van 2020’


Derde prijs ‘Het mooiste postzegelvel van 2020’


Het postzegelvel ‘De eerste atlassen’ heeft een respectabele derde plek verworven in de verkiezing voor mooiste postzegelvel van 2020. Deze verkiezing werd georganiseerd door Collect Magazine (uitgifte van PostNL).

Het postzegelvel ‘Caleidoscoop’ (ontwerp: Hansje van Halem) eindigde als eerste en het vel ‘Beleef de natuur – boerenlandvogels’ (ontwerp: Frank Janse) eindigde als tweede.


Artikel in tijdschrift ‘Caert Thresoor’ (jaargang 39, nr. 4, 2020)


Artikel in tijdschrift Caert Thresoor (jaargang 39, nr. 4, 2020)


Onlangs verscheen er in het tijdschrift Caert Thresoor (jaargang 39, nr. 4, 2020) een artikel over mijn ontwerpproces van het postzegelvel ‘De eerste atlassen’ dat ik in opdracht van PostNL vormgaf. Het artikel is gebaseerd op het artikel ‘De eerste atlassen en hun uitgevers, uit de zestiende en zeventiende eeuw’, dat Onno Jager schreef.

Dit postzegelvel verscheen op 23 maart 2020, precies tijdens de eerste ‘Coronalockdown’ in Nederland. Aanvankelijk zou er op de verschijningsdag een door mij geïnitieerde en vormgegeven mini-expositie over het postzegel openen in het Allard Pierson Museum in Amsterdam, maar dat kon helaas, vanwege de verplichte sluiting van de musea, niet doorgaan.


Artikel in de rubriek ‘omslag’ in de Volkskrant (14 november 2020)


Artikel in de rubriek omslag in de Volkskrant (14 november 2020)



In en om het Erasmuspark in Amsterdam


In en om het Erasmuspark in Amsterdam


Fonds voor West heeft samen met Stadsdeel West het initiatief genomen om kunstenaars en vormgevers in Amsterdam West een hart onder de riem te steken in deze moeilijke, door Corona beheerste, tijd. Een ontwerp voor een affiche, met daarop een positieve boodschap voor de buurt, kon worden ingediend. Uit deze inzendingen werden 24 ontwerpen gekozen. De winnaars ontvingen een financiële bijdrage en hun werk is in juli en augustus 2020 getoond op A0-driehoeksborden in en rondom het Erasmuspark in Amsterdam West.

Fonds voor West ondersteunt kleinschalige buurtinitiatieven die als doel hebben om het stadsdeel mooier, groener, veiliger, kleurrijker of schoner te maken. Initiatieven gericht op bijvoorbeeld cultuur, welzijn, gezondheid, natuur of sport. Projecten waar buurtbewoners actief bij betrokken zijn, die mensen met elkaar verbinden en die de saamhorigheid in de buurt vergroten.


Artikel in tijdschrift ‘De Boekenwereld’ (jaargang 36, nr. 2, 2020)


Artikel in tijdschrift De Boekenwereld (jaargang 36, nr. 2, 2020)



Postzegelnieuws: ‘De eerste atlassen en hun uitgevers’


Postzegelnieuws:
‘De eerste atlassen en hun uitgevers, uit de zestiende en zeventiende eeuw’


Uitgifte
De allereerste atlas in de wereld verscheen in 1570 in Antwerpen, dit jaar 450 jaar geleden. Ter gelegenheid daarvan geeft PostNL op 23 maart 2020 het postzegelvel De eerste atlassen uit. De 6 postzegels op het vel zijn gewijd aan kaarten uit 6 atlassen die in de 16e en 17e eeuw in de Nederlanden zijn verschenen. Naast de 6 kaarten zijn de 6 betrokken uitgevers afgebeeld. Op de postzegels staat de waardeaanduiding internationaal 1 voor post tot en met 20 gram met een internationale bestemming. Het postzegelvel is ontworpen door Studio Maud van Rossum uit Amsterdam.

Onderwerp
De uitgifte De eerste atlassen van PostNL besteedt aandacht aan bijzondere atlassen die in de 16e en 17e eeuw in de lage landen zijn uitgegeven. De snelle ontwikkelingen op cartografisch gebied hingen toen nauw samen met de bijzondere positie van de Nederlanden in de internationale handel en scheepvaart. Antwerpen en Amsterdam waren belangrijke centra voor de atlas: een verzameling kaarten van gelijk formaat en in dezelfde stijl, bijeengebracht in een boek waarvan de uitgever meer exemplaren laat maken.

De aartsvader van de atlas is de Antwerpse cartograaf Abraham Ortelius (1527-1598). Ortelius verzamelde de beste kaarten die in zijn tijd voorhanden waren. Hij hertekende of verkleinde in totaal 53 stuks, voorzag ze van beschrijvingen en bundelde ze in een boek. Die atlas verscheen in 1570 voor het eerst, dit jaar 450 jaar geleden, in het Latijn, met de titel Theatrum orbis terrarum (letterlijk: het toneel van de aardebodem). In 1571 volgde de Nederlandse vertaling. Deze wereldatlas inspireerde vele andere uitgevers om hun eigen atlassen te maken.

Naast Abraham Ortelius staan de volgende uitgevers op de postzegels: Gerard de Jode (1509-1591), Gerard Mercator (1512-1594), Jodocus Hondius (1563-1612), Willem Jansz. Blaeu (1571-1638) en Johannes Janssonius (1588-1664). De portretten van de uitgevers op de postzegels zijn afkomstig uit de beeldbank van het Rijksmuseum. Alle kaarten komen uit atlassen uit de collectie Allard Pierson | De Collecties van de UvA. Deze verzameling weerspiegelt in grote lijnen de geschiedenis van de westerse en in het bijzonder de Nederlandse cartografie. De collectie behoort tot de grootste in Nederland en tot de grotere in de wereld, met 175.000 kaartbladen en 5000 atlassen.

Ontwerp
Op elk van de 6 postzegels van de uitgifte De eerste atlassen staat een kaart van de lage landen, grofweg het huidige België en Nederland. Naast de kaart staat het portret van de bijbehorende uitgever. De kaart is een gravure in kleur, het portret is een prent in een full colour opgebouwd zwart-wit. Op de 3 postzegels links staat het portret aan de linkerkant, op de 3 postzegels rechts staat het aan de rechterkant. Op de tabs met het Priority-logo is de naam van de betrokken uitgever te lezen, met de volledige naam van zijn atlas. De waardeaanduiding 1 is geplaatst boven de afbeelding van elke uitgever. De aanduiding Nederland 2020 staat onderaan, de aanduiding internationaal staat verticaal in kapitalen wisselend links en rechts van de kaart. De teksten op de postzegels en de velrand zijn in zwart en in een gedempte kleur blauw gedrukt. De 6 kaarten staan in chronologische volgorde op het postzegelvel, van boven naar onderen en van links naar rechts. Daarbij is gekozen voor het jaar van de uitgifte van de atlas waaruit de kaart op de postzegel afkomstig is. Zo staat op de postzegel rechtsonder de atlas van Johannes Janssonius die als laatste in 1666 uitkwam. In de tekst is waar nodig tussen haakjes vermeld wanneer de eerste editie van deze atlas verscheen. In het geval van Janssonius is dat 1638.

Typografie
Voor de typografie is gebruikgemaakt van 2 Nederlandse lettertypes: de schreefletter Lexicon (Bram de Does, 1992) en de schreefloze letter Quadraat Sans (Fred Smeijers, 1996).

Ontwerper
Op de postzegels van de uitgifte De eerste atlassen staan oude geografische kaarten van de Nederlanden, samen met een portret van de betrokken uitgever. Het onderwerp cartografie is niet onbekend voor Maud van Rossum, die verantwoordelijk was voor het ontwerp van De eerste atlassen. Zo ontwierp Van Rossum samen met Piet Gerards de door Vantilt uitgegeven publicatie Afsetters en meester-afsetters. De kunst van het kleuren 1480-1720 van Truusje Goedings (2015). Dit boek gaat over historische cartografie en de kunst van het inkleuren. Ook maakte Van Rossum eerder met Piet Gerards verschillende postzegels voor PostNL, waaronder UNESCO Werelderfgoed uit 2014 en de 2 Inhuldigingspostzegels uit 2013.

 

 

De eerste echte atlas
In 2020 is het 450 jaar geleden dat de eerste echte atlas werd uitgegeven door Abraham Ortelius. “Daarom staat Ortelius prominent op de velrand”, aldus Van Rossum. “Tijdens het uitspitten van dit onderwerp zijn verschillende ontwerprichtingen verkend. Zo heb ik een opzet gemaakt op basis van kaarten van de toen bekende wereld. In een andere variant gebruikte ik schilderijen van Johannes Vermeer. Op veel van zijn werken hangen op de achtergrond grote geografische kaarten uit verschillende atlassen uit die tijd.

 

 

Uiteindelijk zijn 2 heel andere ontwerpen aan PostNL gepresenteerd. Het ene ontwerp beperkte zich tot Ortelius en zijn eerste atlas. In dit ontwerp keert steeds dezelfde kaart van de Nederlanden terug. Maar dan op elke postzegel uit een andere editie en op een andere manier ingekleurd. Het andere ontwerp, waarvoor unaniem is gekozen, laat zien welke kaarten van de Nederlanden Ortelius en zijn navolgers in hun atlas opnamen. Bijzonder daaraan is onder meer dat je duidelijk ziet dat in die tijd op de meeste kaarten het noorden niet bovenaan staat. Want door deze kaarten te kantelen, maak je veel economischer gebruik van het dure papier.”

 

 


Uitgangspunten voor de selectie
Voor de selectie van de 6 uitgevers op het postzegelvel legde Van Rossum zichzelf strenge criteria op. Onder meer moest de uitgever in de Nederlanden zijn geboren en moest de verschenen atlas een afbeelding van de Nederlanden bevatten. “Het zijn postzegels met een internationale bestemming”, zegt Van Rossum. “Daarom wilde ik de Nederlandse kaart als visitekaartje opnemen. Maar er was nog een ander criterium en dat bleek een lastige. Want ik wilde per se een portret van de uitgever tonen. Voor Mercator, Hondius, Blaeu, Ortelius en De Jode lukte dat redelijk snel. Maar de laatste was moeilijker. Uiteindelijk kwam ik uit bij Jacob Colom, een uitgever die een heel klein atlasje had gemaakt. Hij paste niet echt in het rijtje, maar daar moest ik het maar mee doen.”

Allard Pierson
Toen stak het toeval een handje toe. Tegelijkertijd met De eerste atlassen was Van Rossum bezig met de vormgeving van het boek van Jos Biemans: Boeken voor de geleerde burgerij. De stadsbibliotheek van Amsterdam tot 1632. “In de kopij las ik dat Allard Pierson | De Collecties van de UvA een groot aantal verschillende edities van de eerste atlas van Ortelius in bezit heeft. Uit gesprekken met twee conservatoren – Peter van der Krogt en Reinder Storm – bleek vervolgens dat ook de andere uitgevers in hun collectie goed waren vertegenwoordigd. En, nog belangrijker, zij kwamen op de proppen met een veel beter alternatief voor Jacob Colom. Namelijk Johannes Janssonius. Die kende ik wel, maar ik had geen portret van hem gevonden. Maar op het titelblad van de atlas van Janssonius staat een groepsportret, met daarop een man die volgens de experts zeker Janssonius moet zijn. Jacob Colom ging dus exit – en mijn selectie was rond.”

Fris en eenduidig
De 6 kaarten uit de atlassen van het Allard Pierson zijn door fotograaf Stephan van der Linden gefotografeerd. Daarna poetste lithograaf Marc Gijzen de verkleuringen weg voor een zo fris en helder mogelijk beeld. Van Rossum: “Vanwege de leesbaarheid zijn de kaarten zo groot mogelijk op de postzegel geplaatst door de bladspiegel van de atlaspagina zo veel mogelijk weg te laten. Alleen een klein randje bleef als omkadering. Ook de knik van het hart van de pagina is nog te zien, de kaart komt immers uit een atlas. De 6 kaarten hebben dezelfde hoogte gekregen, maar de breedte varieert. Dat komt door de verhoudingen van de oorspronkelijke kaarten. Het was wel even puzzelen om dat goed te krijgen, vooral op de postzegel van De Jode. Zijn kaart loopt breder dan de andere en daardoor moest ik schipperen met de ruimte tussen sorteerhaak en waardeaanduiding 1. Maar het kan nét. De kaart van De Jode is om nog een andere reden bijzonder: het is de enige niet ingekleurde kaart op het postzegelvel. Zo verwijs ik ook naar het afzetten, het handmatig inkleuren. Want drukwerk was in die tijd altijd zwart-wit en werd later ingekleurd.”

Dieper zwart
De prenten van de uitgevers op de postzegels zijn afkomstig uit de beeldbank van het Rijksmuseum. Van Rossum: “Alle portretten zijn vrijstaand gemaakt en vóór de bijbehorende kaart geplaatst. Daardoor valt ook veel minder op dat de kaarten verschillende breedtes hebben. De lithograaf heeft alle portretten omgezet naar een full colour opgebouwd zwart-wit. Daardoor ontstaat een dieper zwart en het vermindert de kans op moiré-effecten op de pers.”

 

Rust en ruimte

Op het postzegelvel heeft Van Rossum 2 lettertypes gebruikt van de hand van Nederlandse letterontwerpers. Van Rossum: “Het zijn allebei fonts die voor ruimte en rust zorgen. De schreefletter Lexicon van Bram de Does is een prima leesbare letter met korte stokken en staarten. Daardoor lukte het om op de tabs de soms absurd lange titels van de atlassen volledig te vermelden. De andere letter is de schreefloze Quadraat Sans van Fred Smeijers. Een puntige en beetje eigenwijze letter, die wonderwel goed bij de meer traditionele Lexicon past. Al bij de allereerste ontwerpen koos ik als steunkleur gedempt blauw als tegenwicht voor de gelige en warme kleur van de kaarten. Zowel de lettertypes als de steunkleur zijn bewust gebruikt om de verschillende informatielagen van elkaar te scheiden.”

Over de ontwerper
Na haar studie aan het Sint Lucas in Boxtel (1992-1996) vervolgde Maud van Rossum (1974) haar opleiding grafisch ontwerpen aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem (1996-2000). Daar kreeg ze les van onder meer Gerard Schilder, Thomas Widdershoven en Pieter Hildering. In 2000 trad ze in dienst bij Piet Gerards Ontwerpers, waar Van Rossum talloze boeken heeft vormgegeven voor uitgeverijen zoals Vantilt, NAi en 010 (het huidige nai010), Bas Lubberhuizen, Lecturis en Athenaeum-Polak & Van Gennep. Op 1 juli 2018 nam zij Piet Gerards Ontwerpers over en zette de studio voort onder haar eigen naam op een nieuwe locatie in Amsterdam. Studio Maud van Rossum heeft een op de inhoud gerichte aanpak. Opdrachtgever en onderwerp staan centraal in het zoeken naar de ideale vorm voor elk project. De vormgeving is ingetogen, secuur en dienstbaar, met typografie als leidende draad. Niet alleen vormgeving, maar ook tekstredactie, beeldredactie, materialisering, planning en productie worden met zorg aangepakt. Studio Maud van Rossum is gespecialiseerd in het vormgeven van boeken. Ook ontwerpt de studio huisstijlen, flyers, brochures, magazines, exposities en postzegels. Van Rossum is verder actief in De Monsterkamer in Amsterdam, een fysiek en digitaal platform voor papier en drukwerk, opgezet door Esther Krop. Daar geeft ze papieradvies aan bezoekers, werkt ze aan een online papierdatabase voor grafische professionals en assisteert ze bij het organiseren van expert meetings. De jarenlange ervaring in het boekenvak en de kennis van papier zet Van Rossum, samen met Esther Krop, sinds 2015 in voor De Best Verzorgde Boeken. In opdracht van deze stichting verzamelen ze jaarlijks alle technische gegevens van de bekroonde boeken ten behoeve van de catalogus.

 

Meer over het onderwerp

Abraham Ortelius (Antwerpen, 1527–Antwerpen, 1598), eigenlijk Ortels of Hortels, stamde uit een uit Augsburg afkomstig geslacht. In 1547 werd Ortelius als kaartenkleurder lid van het Sint-Lucasgilde in Antwerpen en hij verhandelde onder meer boeken, handschriften, kaarten, prenten en penningen. Ortelius verzamelde de beste kaarten en reisde veel om de overeenstemming ervan met het terrein te controleren. Hij was vooral een zakenman met oog voor een snelle afwerking van zijn producten. Dit stond in contrast met de wetenschappelijke aanpak van Mercator, die al zijn bronnen en gegevens grondig en uitermate kritisch behandelde. Het verschil in aanpak belemmerde beiden echter niet om geregeld informatie uit te wisselen. Het belangrijkste werk van Ortelius is de eerste atlas uit de geschiedenis: Theatrum orbis terrarum uit 1570. Op de postzegel staat een kaart uit de Nederlandse uitgave van deze atlas: Theatre, oft toonneel des aerdt-bodems (editie 1571).

Van de eerste jaren van Gerard de Jode (Nijmegen, 1509–Antwerpen, 1591) is weinig bekend, totdat hij in 1547 als vrijmeester van het Antwerpse Sint-Lucasgilde op het toneel verschijnt. Zijn Speculum orbis terrarum uit 1578 is een atlas in 2 delen, waarvan deel 2 getiteld is Speculum geographicum totius germaniae imperium. De Jode en Abraham Ortelius waren grote concurrenten. Ortelius zou naar verluidt gebruik hebben gemaakt van zijn vooraanstaande positie om zijn collega tegen te werken. Daardoor kreeg De Jode pas laat toestemming om zijn atlas uit te geven, 8 jaar na die van Ortelius. Op de postzegel staat een kaart van de Nederlanden uit deel 2 van de atlas Speculum orbis terrarum (editie 1578).

De grondlegger van de moderne cartografie is Gerard Mercator (Rupelmonde, aan de Schelde, 1512–Duisburg, 1594). Na een studie in Leuven wijdde Mercator, eigenlijk Gerard Kremer, zich in Antwerpen aan wiskunde en astronomie. Ook was hij als landmeter werkzaam. In 1538 gaf hij zijn eerste wereldkaart uit met een dubbelhartvormige projectie. Naast kaarten vervaardigde Mercator globes en gaf hij adviezen aan Engelse zeevaarders. In 1552 verliet hij de Nederlanden en vestigde zich als kosmograaf van de hertog van Gulik in Duisburg (Duitsland). Daar ontwikkelde hij zijn beroemde mercatorprojectie. Op de postzegel staat zijn kaart van de Gli XVII provincie de gli Paesi Bassi (editie 1585). De Zeventien Provinciën is de naam waarmee de Habsburgse Nederlanden in de 16e eeuw werden aangeduid.

Jodocus Hondius (Wakken in West-Vlaanderen 1563–Amsterdam 1612), eigenlijk Joost de Hondt, was cartograaf, stempelsnijder en kalligraaf. Hij trad op als een uitgever van groot formaat. Zo publiceerde hij de Geographia van Ptolemaeus met Griekse tekst (1605) en de Gerardi Mercatori Atlas met talrijke kaarten vermeerderd (1606). Deze laatste werd herhaaldelijk herdrukt en vertaald. Van aanzienlijk belang is zijn grote Europakaart (1595), de eerste belangrijke meerledige kaart van Europa sinds die van Mercator. In 1604 kocht hij de koperplaten van Mercators atlas op. Deze gaf hij in 1606 opnieuw uit, aangevuld met 36 nieuwe kaarten in de zogenaamde Mercator-Hondius Atlas. Als cartograaf wordt hij als de beste van zijn tijd beschouwd. Na 1612 nam zijn weduwe de uitgeverij over, later bijgestaan door haar zonen Jodocus jr. en Henricus. Op de postzegel staat een kaart uit de Gerardi Mercatori Atlas (editie 1619).

Willem Jansz. Blaeu (Uitgeest of Alkmaar, 1571–Amsterdam, 1638) was een leerling van de Deense astronoom Tycho Brahe. Van Brahe leerde hij instrumenten en globes maken. De aarde- en hemelglobes van Blaeu overtroffen alles wat tot dan toe was verschenen, zowel in schoonheid als accuratesse. Blaeu spitste zich tot 1630 voornamelijk toe op het uitgeven van zeekaarten. Pas in 1630 verscheen zijn eerste landatlas. De koperplaten van deze atlas had Blaeu opgekocht uit de nalatenschap van Jodocus Hondius jr. In 1635 verscheen de eerste druk van de beroemde Atlas-Novus in 2 delen. Blaeu hield zich ook intensief bezig met de wetenschap. Zo ontdekte hij begin 17e eeuw 2 nieuwe sterren en voerde hij allerlei metingen uit om de omtrek van de aarde te berekenen. Op de postzegel staat een kaart uit de Atlas major (editie 1662). Deze atlas werd uitgegeven door Joan Blaeu, de zoon van Willem Jansz.

Johannes Janssonius (Arnhem, 1588–Amsterdam, 1664), eigenlijk Johannes Jansz., was de zoon van een drukker en uitgever. Janssonius trouwde in 1612 met de dochter van Jodocus Hondius en vestigde zich in Amsterdam als uitgever van atlassen en stedenboeken. De zaken gingen voorspoedig en Janssonius opende ‘buytenwinkels’ in onder andere Berlijn, Frankfurt, Genève, Lyon en Stockholm. Ook werkte hij in de uitgeverij van zijn zwager. Onder zijn leiding werd de Mercator-Hondius Atlas uitgebreid en gepubliceerd als Atlas Novus, met uitgaven in het Nederlands, Frans, Spaans en Latijn. Net zoals zijn tijdgenoten maakte ook Janssonius gebruik van bestaande koperplaten. Op de postzegel staat een kaart uit de Ioannis Ianssonii Atlas contractus (editie 1666).

Bronnen: Ons Erfdeel, jaargang 12, 1968, pagina 106, iets over de nederlandse kartografie, auteur Frans Weemaels, wikipedia.nl, vliz.be/hisgiskust/nl
Tekst: Onno Jager, Jager & Neyndorff, Den Haag
Portretfoto’s: Rob Rouleaux, Amsterdam

Technische gegevens

Waarde
Op deze postzegels staat de waardeaanduiding internationaal 1, bedoeld voor post tot en met 20 gram met een internationale bestemming
Postzegelformaat
36 x 25 mm
Velformaat
108 x 150 mm
Papier
normaal met fosforopdruk
Gomming
gegomd
Druktechniek
offset
Drukkleuren
cyaan, magenta, geel en zwart
Oplage
91.000 vellen
Verschijningsvorm
vel van 6 postzegels in 6 verschillende ontwerpen
Ontwerp
Studio Maud van Rossum
Lithografie
Marc Gijzen, beeldbewerking & digitale lithografie
Drukkerij
Joh. Enschedé Security Print, Haarlem
Artikelnummer
400361
De postzegels zijn, zolang de voorraad strekt, verkrijgbaar bij het postkantoor in de Bruna-winkels en via www.postnl.nl/bijzondere-postzegels. De postzegels zijn ook telefonisch te bestellen bij de klantenservice van Collect Club op telefoonnummer 088 – 868 99 00. De geldigheidstermijn is onbepaald.

© 2020 Koninklijke PostNL BV


Op het spoor door Johannes Vermeer


Op het spoor door Johannes Vermeer


‘Blij en vereerd’ ging Maud van Rossum vorig najaar aan de slag met de uitdaging die PostNL haar had voorgelegd: het ontwerpen van het postzegelvel ‘De eerste atlassen’. “Postzegels ontwerpen blijft iets bijzonders”, vertelt de Amsterdamse ontwerper. “Het is een van de meest speciale opdrachten die je kunt krijgen. Bovendien heb ik veel affiniteit met het onderwerp. Dat maakte het extra interessant.”

 De eerste atlas is 450 jaar oud
450 jaar geleden verscheen ’s werelds eerste echte atlas: de ‘Theatrum orbis terrarum’ van de Antwerpse cartograaf Abraham Ortelius. Deze mijlpaal inspireerde PostNL tot de uitgave van een speciaal postzegelvel over oude atlassen. De keuze voor Maud van Rossum was niet toevallig. Eerder had ze gewerkt aan de serie UNESCO Werelderfgoed in 2012 en de twee Inhuldigingspostzegels in 2013, samen met Piet Gerards. Ook het onderwerp was niet nieuw. Samen met Gerards ontwierp ze in 2015 het boek ‘Afsetters en meester-afsetters. De kunst van het kleuren 1480-1720’ van Truusje Goedings over historische cartografie en de kunst van het inkleuren.

Kan ik iets met dat gegeven?
Het was Johannes Vermeer die Maud op het spoor zette van haar invalshoek voor de serie. Het intrigeerde haar dat op veel schilderijen van de beroemde Delftse meester kaarten hangen van de Nederlanden. “Ik dacht: kan ik iets met dat gegeven, een kunstenaar uit die tijd die veel had met kaarten van de Nederlanden? Uiteindelijk ben ik toch van dat idee afgestapt, omdat het dan te veel over Vermeer zou gaan en te weinig over oude atlassen en hun makers.”

 

 

Nederlandse kaart als visitekaartje
Het idee over oude kaarten van de Nederlanden liet Maud echter niet los. Uiteindelijk besloot ze zes portretten van bekende Belgische en Nederlandse atlasuitgevers uit de 16e en 17e eeuw te plaatsen met hun eigen kaarten van de toenmalige Nederlanden op de achtergrond. “Het zijn postzegels met een internationale bestemming. Daarom wilde ik de Nederlandse kaart als visitekaartje opnemen en ook per se een portret van de uitgever tonen.”

Beroemde namen
Over beroemde namen als Ortelius, Mercator, Hondius, Blaeu en De Jode hoefde Maud niet lang na te denken. Een kandidaat voor de zesde postzegel was minder snel gevonden. Na lang zoeken stuitte ze uit op de relatief onbekende Jacob Colom, die een heel kleine atlas had gedrukt. Conservatoren Peter van der Krogt en Reinder Storm van het Allard Pierson-instituut in Amsterdam reikten haar echter een andere kandidaat aan: Johannes Janssonius. Maud: “Die kende ik wel, maar ik had geen portret van hem kunnen vinden. Op het titelblad van de atlas van Janssonius staat echter een groepsportret, met daarop een man die volgens de experts zeker Janssonius moet zijn. Mijn selectie was rond.”

 

 

‘Absurd lange’ atlastitels
Vervolgens was het nog een heel gepuzzel om de portretten en kaarten mooi, evenwichtig en spannend in beeld te brengen en ook nog een plek te vinden voor de ‘absurd lange’ atlastitels. “Door mijn ervaring kon ik die stapjes vrij snel zetten. Ik wist inmiddels wat beelden doen op zo’n klein formaat en welke relaties ze met elkaar aangaan. Uiteindelijk wil je niet alleen een spannend postzegelvel maken, maar ook dat de postzegels los interessant genoeg zijn. Het verrast me steeds weer hoe je op zo’n klein formaat toch een heel verhaal kunt vertellen.”

‘De eerste atlassen’ is verkrijgbaar als postzegelvel, postzegelmapje, eerstedagenvelop en prestigeboekje.

 

Dit interview verscheen in Collect nr. 102, voorjaar 2020
Uitgave: PostNL, Den Haag
Tekst: Overeijnder Van den Dool communicatie, Rotterdam
Portretfoto’s: Rob Rouleaux, Amsterdam

 

 

 

 

 

Technische gegevens

Postzegelformaat
36 x 25 mm
Velformaat
108 x 150 mm
Papier
normaal met fosforopdruk
Gomming
gegomd
Druktechniek
offset
Drukkleuren
cyaan, magenta, geel en zwart
Oplage
91.000 vellen
Verschijningsvorm
vel van 6 postzegels in 6 verschillende ontwerpen
Ontwerp
Studio Maud van Rossum
Lithografie
Marc Gijzen, beeldbewerking & digitale lithografie
Drukkerij
Joh. Enschedé Security Print, Haarlem

Artikelnummer
400361
De postzegels zijn, zolang de voorraad strekt, verkrijgbaar bij het postkantoor in de Bruna-winkels en via www.postnl.nl/bijzondere-postzegels. De postzegels zijn ook telefonisch te bestellen bij de klantenservice van Collect Club op telefoonnummer 088 – 868 99 00. De geldigheidstermijn is onbepaald.

© 2020 Koninklijke PostNL BV