Interview in jaarboek Buun 2022

Vanaf 19 november 2021 ligt de Buun weer in de boekhandel. Hét jaarboek over Venlo en omgeving. Over cultuur, muziek, design, literatuur, mode, sport, historie en architectuur. Rob Stikkelbroeck, journalist bij De Limburger, interviewde me voor het jaarboek. Aanleiding was het postzegelvel dat ik ter ere van de 50ste verjaardag van koningin Máxima in opdracht van PostNL mocht vormgeven. Vanwege de coronasituatie is de presentatie van de Buun helaas niet doorgegaan. De Buun is te koop bij boekhandel Koops in Venlo of te bestellen via de lokale boekhandel. Het complete interview is hieronder te lezen.
Rob Stikkelbroeck, Buun 2022, ISBN 9789076758244

‘Het punkmeisje en de koningin’

Met een gekarteld stukje papier van 3,6 bij 5 centimeter was Maud van Rossum (Blerick, 1974) in mei van dit jaar even landelijk nieuws. Haar persoonlijke ontwerp van de postzegels ter ere van de vijftigste verjaardag van koningin Máxima, bleek een gouden greep. En nu wacht de volgende prestige-opdracht: het New York Metropolitan Museum.

Een jonge vrouw, in een schijnbaar onbewaakt moment en profil en in zwart-wit gefotografeerd. Geen geposeerde glimlach en al helemaal geen staatsieportret. Precies het beeld dat Maud van Rossum zocht voor de jubileumpostzegels die PostNL zou uitbrengen op de vijftigste verjaardag van koningin Máxima. Alleen, het beeld was niet openbaar en stond ingelijst op een kastje in Paleis Huis ten Bosch. Zichtbaar tijdens de coronatoespraak van koning Willem-Alexander in maart 2020. Toch bleek het geen enkel probleem om het portret te mogen gebruiken. “Je vraagt je wel af hoe dat dan gaat, of het koninklijk paar zegt; ‘doe maar’. Ik heb ook nooit te horen gekregen wie de foto heeft gemaakt. Alleen dat het in 1999, het jaar dat Willem-Alexander Máxima leerde kennen, en in New York moest zijn geweest. Dat geeft te raden. In ieder geval zorgde het persoonlijk portret voor behoorlijk wat aandacht voor het postzegelvelletje. Belde ’s morgens al het NOS Journaal. En ’s avonds werd mijn ontwerp op tv in het Jeugdjournaal en Shownieuws getoond.”

Maar eigenlijk hoeft al die aandacht niet voor Van Rossum. De luwte, die vindt ze prima. Geen valse bescheidenheid maar een karaktertrek die zich ook uit in haar werk. Het is zelfs een gewaardeerd kenmerk op het professionele vlak. Dienstbaarheid aan de opdrachtgever. Het onderwerp moet goed overkomen, helder zijn in een oogopslag, fris. “Vormgeving moet niet als eerste opvallen. Pas als je in een later stadium beter gaat kijken, realiseer je je dat het ontwerp goed in elkaar zit en dat er is nagedacht over de gebruikte lettertypen, materialen en vormen. Auteurs zijn soms al jaren bezig met hun werk. Als vormgever probeer je dan juist die frisse blik te bieden, dingen op een bepaalde manier naar voren te brengen zodat het complete product er beter van wordt. Ingetogenheid is ook zo’n kenmerk en het is zoals ik ben. Ik kijk de kat uit de boom, ben geen schreeuwlelijk die vooraan staat. Heb daarin ook een goede leerschool gehad bij Piet Gerards.”

Met Piet Gerards is de naam gevallen van de grafisch ontwerper die een grote invloed heeft gehad op de ontwikkeling van Maud van Rossum. Het was in zijn ontwerpbureau in Heerlen waar ze haar eerste schreden zette in een vakgebied dat ze altijd al ambieerde. Via de havo op het Blariacum College in Blerick, kunstvakschool Sint Lucas in Boxtel en de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem werd ze klaargestoomd en bij Piet Gerards werd verder geboetseerd. Er ontwikkelde zich een grote voorliefde voor boekvormgeving en printwerk, iets dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Een simpele verklaring: “Ten eerste heb je met drukwerk op een gegeven moment iets tastbaars in handen. Je voelt het, kunt het ruiken. Wat ik maak, moet tot op de millimeter kloppen. Dat kan prima bij printwerk. Ten tweede heb je altijd naslagwerk. Ga op internet maar eens een artikel van vijftien jaar geleden opzoeken. Een boek trek ik zo uit de kast. Gelukkig zijn er nog genoeg opdrachtgevers die het belang van print inzien. Er is echter wel veel verdwenen. Vroeger lieten grote bedrijven een jaarverslag drukken op papier. Dat waren altijd flinke producties maar die opdrachten zijn helaas nagenoeg opgedroogd.”

Van Rossum en haar partner Rob Rouleaux uit Tegelen wonen inmiddels een dikke tien jaar in Amsterdam. Daar spreken ze dialect tegen elkaar maar verder is er weinig dat hen in het dagelijks leven verbindt aan Venlo. Toch is er nog altijd een sterke band, zo’n gevoelsmatige verbondenheid die je waarschijnlijk alleen kunt uitleggen als je als Venlonaar in den vreemde woont. Voor Van Rossum is Venlo, of specifieker de Molenbossen in Blerick, de plek waar haar wieg stond. Daarna volgde al snel stadsuitbreidingswijk de Vossener waar ze haar complete jeugd doorbracht. “Zo’n typische wijk met van die tussendoorstraatjes zodat je nooit een grote weg over hoefde te steken. Veel gespeeld op het schoolplein van basisschool ’t Ritjen, een hele normale kindertijd.”

De havo volgde op het Blariacum College waar de jonge Van Rossum al snel wist wat ze wilde. Tijdens een maatschappelijke stage bij het E3 Journaal van Albert Lamberts kwam ze in aanraking met de drukkerij in de tijd dat het maken van een krant nog veelal handwerk was. Als zestienjarige schreef ze zich in voor de opleiding Reclame en Presentatietechniek op het Sint Lucas in Boxtel. “MBO inderdaad maar ik vond mezelf nog wat jong om al naar de kunstacademie te gaan. Hoewel ik het toelatingsexamen haalde, werd ik toch uitgeloot omdat ik me vrij laat pas had ingeschreven. Wist ik veel, ik had me er ook niet echt in verdiept. Maar toen wist ik het even niet meer, een andere keuze was er niet voor mij en ik was nog leerplichtig. Besloten werd om dan maar een jaartje atheneum te gaan doen. Niet echt een succes maar ik voldeed aan wat ik moest doen. Daarna lukte het wel in Boxtel en dat was verder gewoon een schoolse opleiding. En vervolgens alsnog de kunstacademie in Arnhem.”

In het atheneumtussenjaar tijdens vastelaovend, kreeg Van Rossum een baantje bij café De Splinter. Eerst de garderobe, later ook achter de bar. “Mijn publiek, het alternatieve volk van Venlo. Daar kon echt alles, heftige feestjes en een leuke groep mensen waarmee ik werkte. Ik heb daar jaren gestaan, ook toen ik al werkte bij Piet Gerards. Later ben ik nog vrijwilliger geworden bij Perron55 totdat we in 2011 naar Amsterdam vertrokken. Bij Perron deed ik, naast barwerk, de vormgeving van het vrijwilligersblaadje en via contacten kwam ik ook terecht bij het maken van de festivalkrant van het Zomerparkfeest, Parkpraot. Dat hebben Rob als fotograaf en beeldredacteur en ik zelfs nog gedaan toen we al in Amsterdam woonden. Superleuk, tot 3, 4 uur ’s nachts aan het werk, Sef Derkx die om half één nog even live zijn column komt tikken. Fantastische tijd maar op een gegeven moment gaat dat nachtelijk werk en slapen bij vrienden je toch wel opbreken. Helaas is er nu helemaal geen krantje meer, toch wel jammer. Het Zomerparkfeest was ook iets waar we ieder jaar voor terugkwamen naar Venlo, al was dat de laatste twee jaar door corona helaas ook niet het geval.”

 

Waar Piet Gerards een belangrijke rol speelt in het leven van Maud van Rossum, mag ook Baer Cornet niet onbenoemd worden gelaten. De man achter vele grafische uitingen in het Venlose en ver daarbuiten, overleed in 2014 maar zag in Van Rossum zijn logische opvolger. “Ergens in 2002 of 2003 heb ik hem opgebeld. Ik keek altijd ontzettend op tegen zijn werk. Een ontzettend leuk gesprek waaruit een mooie vriendschap is ontstaan. Op vrijdagmiddag, als ik vrij was bij Piet, ging ik vaak bij Baer langs. Zaten we aan zijn grote tafel, wijntje erbij en dan bespraken we ons werk. Toen Baer ziek werd, heeft hij me gevraagd zijn vormgevingswerk voor onder andere het Limburgs Landschap en het Venlose gemeentearchief over te nemen. Dat heb ik gedaan en bij het archief doe ik dat tot op de dag van vandaag. De Venlose Katernen en de boeken die worden uitgegeven. Venlose opdrachten zijn soms toch wel wat persoonlijker. Je deelt die stad met elkaar, en daarbij ook een gezamenlijk verleden. En daarnaast zijn mijn ouders, die nog altijd in Blerick wonen, supertrots als de naam van hun dochter weer ergens verschijnt.”

Amsterdam is inmiddels echt de thuisbasis voor Van Rossum. Ze woont in de wijk Bos en Lommer, op tien minuten van de Dam. Naast haar eigen bureau is ze verbonden aan de Monsterkamer, een kennisbank waar potentiële klanten gratis advies kunnen krijgen over papier en drukwerk. “Natuurlijk heb ik moeten wennen. Tijdens een rondje door Venlo wordt je zeker drie tot vijf keer aangesproken door een bekende, dat is in Amsterdam wel anders. Ook de mentaliteit in de Randstad was wennen, al kan ik de directheid toch ook wel waarderen. In Venlo blijft veel onder de warme deken hangen. Ik liep er tegen mijn grenzen aan. Het ons-kent-ons is soms heel handig, de lijntjes zijn kort in Venlo, zeker in het culturele wereldje waar ik in zat. En dat beklemde me op een gegeven moment wel. Een dubbel gevoel eigenlijk, iets wat fijn is kan je ook tegenwerken.”

In 2018 begon Van Rossum voor zichzelf. Piet Gerards ging met pensioen en zij nam het bedrijf over. Ze greep de kans met beide handen aan en had als startende ondernemer het voordeel dat ze niet met een leeg klantenbestand begon. PostNL meldde zich al snel met een opdracht voor het vervaardigen van een serie postzegels met als thema ‘De eerste atlassen’ uit de 16e en 17e eeuw. Het postbedrijf was geen onbekende want samen met Gerards maakte Van Rossum in 2013 al een setje zegels vanwege de troonsopvolging van Beatrix door Willem-Alexander. De gedetailleerde atlasserie was een succes waarna PostNL al vrij snel weer op de stoep stond, met een nóg prestigieuzer verzoek: 50 jaar Máxima. “En toen moest ik wel even slikken, moet ik bekennen. Ik ben namelijk helemaal niet zo koningsgezind en zo wil ik ook niet te boek staan. In Amsterdam kom ik in een punkcafeetje, ik heb vrienden in de krakersscene. Aan de andere kant is het een ontzettende eer. En postzegels zijn voor een ontwerper ook wel de top. Alles moet op een klein stukje papier. In het geval van Máxima ook nog eens met heel veel verplichtingen en restricties. Je hebt te maken met PostNL, het Kabinet van de Koning, de Rijksvoorlichtingsdienst en het koningspaar wilde uiteindelijk zelf ook nog even kijken. Bij Máxima hoefde ik me niet te verdiepen in het onderwerp. Ik wilde haar laten zien zoals ik denk dat ze is. Geen staatsieportretten, geen handjes schudden, geen bloemen. Daarom was die persoonlijke foto ook zo mooi.”

Beter wordt het niet na Maxima? Zou je denken maar de volgende mijlpaal in het professionele leven van Maud van Rossum dient zich al weer aan. Enige tijd geleden kwam ze in contact met grafisch ontwerper Willem van Zoetendaal. Die maakte een boek getiteld Spul met foto’s van alle zaken die tijdens de graafwerkzaamheden bij de Noord-Zuidlijn in Amsterdam uit de grond zijn gehaald. Het zette hem internationaal op de kaart waarna het Metropolitan Museum in New York zich bij hem meldde. Het wereldberoemde museum heeft een enorme fashionafdeling waarvan de topstukken in twee opvolgende exposities worden tentoongesteld. Bij zo’n expositie wordt ook een catalogus gemaakt en daar komt Van Rossum om de hoek kijken. “Willem vroeg mij of ik hem wilde assisteren toen hij doorhad wat voor enorm project het eigenlijk is. Dat boek komt in een oplage van 20.000 stuks. Boeken die ik vormgeef doen normaal zo rond de 500, maximaal 1000 stuks, met hier en daar een uitschieter. De presentatie is in mei 2022, waarschijnlijk tegelijk met het ‘Met Gala’. Echt zo’n Amerikaanse sponsorbijeenkomst waar mensen als George Clooney en zo komen. Verder is er onlangs een boekje verschenen over de collectie van het museum van Bommel van Dam en ben ik onder andere bezig met een historische atlas over Amsterdam, een vierdelig boekwerk over de geschiedenis van de provincie Gelderland en voor PostNL mag ik weer een nieuw postzegelvel vormgeven. Kortom, ik ben nog wel even onder de pannen.”